Beschouwingen van een consulent over samen dood…….of niet
Samen dood is geen romantisch avontuur, ook al wordt er vaak wel zo over gedacht en geschreven. De Nederlandse wet die hulp bij zelfdoding verbiedt, is zelfs gebaseerd op een gebeurtenis waarbij twee geliefden samen dood wilden om hun ouders duidelijk te maken hoe onmenselijk het was dat hun liefde verboden werd. De jonge vrouw stierf, de man overleefde het en werd gestraft.
Recent heeft een echtpaar uit Rotterdam door de wijze waarop ze in de rouwadvertentie bekend maakten dat ze gezamenlijk hun leven beëindigd hadden, veel openbare reactie opgeroepen. Zij wensten met hun dood ook een politiek statement af te leggen. Het gevolg van hun rouwadvertentie is geweest dat opnieuw de aandacht werd gevestigd op het gegeven dat meerdere echtparen een gezamenlijk besluit nemen tot zelfeuthanasie.
Consulenten van De Einder worden regelmatig geconfronteerd met de romantische gedachte ‘als ons leven genoeg geleefd is en als wij dat allebei vinden, dan stoppen wij met leven vóór de aftakeling en de afhankelijkheid toeslaat’. In het merendeel der gevallen wordt niet daadwerkelijk uitvoering aan die gedachte gegeven. De praktijk van De Einder wijst uit dat er bij de meeste stellen fysieke dan wel mentale redenen spelen die meebrengen dat zij gezamenlijk uit het leven stappen.
Wat opvalt is dat paren vaak aan de consulent vertellen dat de wens om samen te sterven, al redelijk vroeg in hun relatie ontstaan is. Met name paren zonder kinderen, al dan niet gewenst, zeggen dan dat ze op een gegeven moment tot de slotsom komen dat ze zo met elkaar vergroeid zijn en hun levens zo vervlochten dat ze naar elkaar de wens uit spreken ‘als jij dood gaat, wil ik ook dood’. Dat is vaak heel invoelbaar en het is in het gesprek of de gesprekken zichtbaar hoe verbonden de partners zijn.
Toch dient de vraag te worden gesteld ‘hoe vrij ben je later nog in je beslissing als je op een leeftijd waarop de dood nog ver weg lijkt, met elkaar afspreekt dat je gezamenlijk wilt sterven?’. Zo’n gelofte aan elkaar kan een eigen leven gaan leiden in die zin dat als de tijd daar is en één van de twee wil de gelofte heroverwegen, daar feitelijk geen ruimte voor is omdat het dan voelt als verraad aan de partner: ‘waarom heb je me al die jaren in de waan gelaten?’. De partner die eigenlijk de gelofte zou willen heroverwegen, accepteert alsnog de morele verplichting om zich aan zijn gelofte te houden met als gevolg dat zijn vrije keuze in het gedrang is gekomen.
Dat is een andere situatie dan de situatie waarbij één van de twee partners een dusdanig machtsoverwicht heeft op de andere partner dat de laatste zich niet tegen de wens van de eerste kan of durft te verzetten. Jarenlange gewoonte om zich te voegen naar de beslissingen van de ander en om zich aan te passen aan de wensen van de ander, kan het onmogelijk maken om nog tot een eigen vrije keuze te komen. Als consulent kun je dat soms waarnemen en moet je het ook benoemen, maar als twee mensen hun gezamenlijke leven op deze wijze vorm hebben gegeven en ‘samen dood waarbij één feitelijk beslist’ de uiterste consequentie is, wie is dan de consulent om daar een oordeel over te hebben?
Nog anders is de situatie als zo’n besluit door de omstandigheden wordt bepaald, bijvoorbeeld in het geval dat één van de twee ernstig ziek is en de andere partner zorg van de zieke partner behoeft en niet van anderen/vreemden afhankelijk wil worden. Of in het geval dat de achterblijvende partner besluit dat hij in een levensfase is waarin hij niet meer wil investeren in het verwerken van het diepe verdriet dat het verlies van een metgezel met wie men vaak tientallen jaren verbonden was, met zich meebrengt. Dat zijn situaties waarbij de consulent, in gesprek met dergelijke paren, niet snel ambivalente gevoelens heeft.
En dan zijn er de gesprekken met echtparen waarbij één van de twee een wens tot zelfeuthanasie heeft vanuit een persoonlijk lijden en de ander uit liefde zijn/haar partner wil laten gaan. Dat zijn de meest verscheurende gesprekken. Wil de één de ander laten gaan uit liefde terwijl de ander lijdt onder het “egocentrische” van zijn/haar doodswens, dan past de consulent alleen een bescheiden aanwezig zijn en hulp geven bij het verwoorden van de tegenstrijdige gevoelens.