Afscheid en vernieuwing

Iedere organisatie, hoe klein ook, moet zich af en toe vernieuwen, zo ook Stichting de Einder. De afgelopen jaren kwam er een grotendeels nieuw bestuur en er kwamen nieuwe consulenten. Verder werd de structuur van de Stichting onder de loep genomen en waar nodig geprofessionaliseerd. De Stichting bevindt zich in rustig vaarwater en de samenwerking met de consulenten is prettig en vruchtbaar. Een goed moment om een verdere ontwikkeling van De Einder gestalte te geven. Maar ook een moment van bezinning waarbij Miriam de Bontridder en Henriëtte Pennings besloten dat het nu tijd was voor hen om afscheid te nemen van de Einder. De Stichting is aan beiden veel dank verschuldigd.

Miriam de Bontridder was bestuurslid van Stichting de Einder tussen 2013 en 2019 en nadien nog enige tijd juridisch adviseur. Voor het bestuur, consulenten en casemanager is haar vertrek een gevoelige aderlating ook al valt goed te begrijpen dat Miriam na zeven jaren haar energie nu meer wil besteden aan haar eigen vakinhoudelijke werk en aan de thematiek van euthanasie en hulp bij zelfdoding in breder verband. Miriam bewaakte de grenzen van de wet, maar tegelijk poogde zij binnen die grenzen onze hulpvragers hun voordeel te laten doen met de grijze gebieden van de wet die ruimte voor interpretatie toelieten. Dat gebeurde altijd weloverwogen en goed onderbouwd met groot respect voor de rechtsstaat.

De verantwoordelijkheid voor de goede naam van de Stichting en haar werkzaamheden woog voor Miriam zwaar. Door haar bemoeienis en input droeg ze bij aan de bewustwording van consulenten rond juridische en ethische aspecten van hun werk. Miriam was de drijvende kracht achter de Nieuwsbrief en bouwde veel nieuwe externe contacten op waar het huidige bestuur nu van kan profiteren. We zullen Miriams know how, haar kritische inbreng en haar werklust missen.

Henriëtte Pennings is al sinds 2006 verbonden met de Stichting als vrijwilliger in de functie van Officemanager en in verschillende periodes ook als bestuurslid. Zo ook in de periode van 2015 tot en met 2019. Zij vormde de continuïteit van de dienstverlening aan donateurs en belangstellenden en was daarmee het gezicht achter info@deeinder.nl, daarnaast verzorgde zij de opmaak van de Nieuwsbrief.

Het gaf bestuursleden, adviseurs en consulenten een vertrouwd gevoel te weten dat Henriëtte als poortwachter signaleerde wanneer er iets over het hoofd werd gezien. Als Officemanager hielp zij je herinneren aan afspraken en je kon blind op haar varen.

Wanneer je Henriëtte iets vroeg wist je dat het perfect in orde kwam. Tegelijkertijd droeg ze nieuwe adviseurs, bestuursleden en consulenten haar kennis van de geschiedenis en het gedachtengoed van de Einder over. Ze was de linking pin tussen vroeger en nu. Maar bovenal is ze een heel lief mens.

Na zich 14 jaar voor De Einder te hebben ingezet vindt zij het tijd om per 1 juli het stokje over te dragen aan de nieuwe officemanager, Tony Martens.

We zullen haar inzet voor de Einder missen.

Uitspraak Hoge Raad

Op 21 april 2020 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de euthanasie, in 2016 uitgevoerd door een Specialist Ouderengeneeskunde (SOG), bij een vrouw met vergevorderde dementie.

Eerder heeft de Regionale Toetsingscommissie geoordeeld dat niet aan alle zorgvuldigheidseisen was voldaan. Vervolgens kwam er een tuchtzaak, waarin zij een berisping kreeg, later omgezet in een waarschuwing. Tegelijk stelde het OM een strafrechtelijk onderzoek in, waarbij de SOG werd ontslagen van rechtsvervolging. Hierna vroeg het OM een uitspraak van de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een arts op basis van een schriftelijke wilsverklaring euthanasie mag uitvoeren, ook als degene zelf de wens niet meer kan bevestigen.  Daarbij moet er sprake zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden en dat aan de overige vereisten van de euthanasiewet is voldaan. De Hoge Raad geeft expliciet ruimte aan interpretatie van het schriftelijk verzoek op basis van de actuele omstandigheden. Dit betekent dat uit het gedrag en of de uitspraken van de demente persoon kan worden afgeleid dat het overeenkomst vertoont met de bedoeling van de persoon toen die nog niet dement was, maar dat kan ook betekenen dat geen gehoor gegeven wordt aan de schriftelijk wilsverklaring omdat het gedrag of de woorden anders geïnterpreteerd worden. Bijvoorbeeld iemand beschrijft zijn dement worden als ondraaglijk lijden en het opgenomen worden in een verpleeghuis als onwaardig, vernederend en afhankelijk, maar blijkt eenmaal dement en opgenomen een levendige demente bewoner te zijn met veel contacten binnen zijn mogelijkheden.

Voor de praktijk betekent dit niet dat de drempel voor euthanasie bij vergevorderde dementie lager is geworden. Het betekent wel dat een schriftelijk verzoek, waarin specifiek wordt gevraagd om levensbeëindiging in de situatie waarin de patiënt als gevolg van voortgeschreden dementie zijn wil niet meer kan uiten, zijn geldigheid blijft behouden, ook als de opsteller niet meer wilsbekwaam is. Zo’n schriftelijke verklaring is echter niet voldoende. Het is heel belangrijk om, zeker na de diagnose dementie, in gesprek te blijven met de arts om eigen wensen en mogelijkheden te bespreken. Dit vooral om zo min mogelijk ruimte te geven aan interpretaties die niet overeenkomen met de intentie van de wilsverklaring. In zo’n gesprek is het van belang om duidelijk te maken wat voor de betreffende persoon ondraaglijk lijden is. Ook is het belangrijk om te vragen hoe de arts ten opzichte van euthanasie bij dementie staat. Het blijft ter afweging van de arts om te bepalen of aan alle zorgvuldigheidscriteria is voldaan. In tegenstelling tot een euthanasieafweging bij een niet dement persoon beveelt de Hoge Raad bij euthanasie bij een dement persoon twee artsen te raadplegen.

Lees de Uitspraak van de Hoge Raad

Lees opinieartikel uit Trouw van 6 mei 2020

Lees opinieartikel uit NRC van 6 mei 2020

Verslag van een nabestaande

Mijn vrouw wilde al jaren dood. Grote psychische problemen veroorzaakten onrust, angst en paniek. Niet alleen overdag maar ook ’s nachts. Het Expertisecentrum Euthanasie wilde haar niet helpen.
Een paar maanden geleden heeft ze contact gezocht met De Einder en na een afspraak een keer te hebben afgezegd, het eerste gesprek met een consulente gevoerd.  Vanaf het begin was er een vertrouwensband door de heldere wijze waarop zij schetste wat er op ons af zou komen als mijn vrouw zelf een eind aan haar leven zou maken.
Omdat we nog een paar vragen hadden, is de consulente nog een keer teruggekomen om die te beantwoorden. En daarna was ze altijd snel bereikbaar om telefonisch informatie te verstrekken.

Dank zij de deskundige en invoelende begeleiding is het hele proces goed verlopen. Mijn vrouw kon dank zij het boek De Vredige Pil een middel bestellen dat ze op 24 februari 2020 zelfverzekerd en kordaat, maar vooral standvastig en moedig heeft  ingenomen.

Wat er daarna gebeurde klopte met wat de consulente had voorspeld, met dien verstande dat er niet 1 of 2 man technische recherche het huis heeft doorzocht maar dat het er 5 waren. Ook voor haar was dat een verrassing die ze nog nooit eerder had meegemaakt.
Kortom, veel waardering voor het werk van De Einder.

Ik hoop dat de publiciteit die mijn vrouw zelf met haar afscheidsbrief in de krant en ik met het interview hebben gegenereerd, helpen om in Nederland te komen tot wat mijn vrouw en ik een humane zelfmoord hebben genoemd. Een door de huisarts  (of andere medicus) voorgeschreven middel dat de betrokkene zelf inneemt in aanwezigheid van de huisarts.

Het ontlast de arts van een actieve handeling zoals een injectie en biedt geruststelling voor het geval er iets helemaal mis zou gaan.
Helaas sneeuwt die oproep een beetje onder in het Corona-geweld.

Reeuwijk, 26 maart 2020
HDC Bevers