De Einder is dringend op zoek naar een bestuurslid in de rol van secretaris

Stichting De Einder zet zich in voor het behoud van eigen regie bij een zelfverkozen en
humane dood. Alle betrokkenen bij De Einder doen dit vanuit overtuiging en passie, op
vrijwillige basis.
Het bestuur van De Einder is zeer dringend op zoek naar vervulling van de onbezoldigde vacature van secretaris.
Samen met de andere bestuursleden is de secretaris verantwoordelijk voor het gevoerde
beleid van de stichting. De Einder werkt hierbij samen met andere organisaties die zich inspannen
op het terrein van het zelfverkozen levenseinde.
De secretaris richt zich in het bijzonder op het bijhouden van de documentatie en archivering,
en het voorbereiden en notuleren van bestuursvergaderingen.
Bent u, of kent u onze nieuwe secretaris?
Het volledige functieprofiel is hier te lezen. Wij gaan graag met u in gesprek over de mogelijkheden die er zijn. Geïnteresseerd in deze afwisselende functie? Mail uw motivatie naar info@deeinder.nl en wij nemen contact met u op.

Oproep van Trouw om deel te nemen aan een enquete over het levenseinde.

Marten van de Wier, journalist van dagblad Trouw, roept op om deel te nemen aan een enquête over het levenseinde. Het onderwerp wordt voor steeds meer mensen belangrijk. Wij steunen dit belangrijk initiatief.

Dit is de oproep van Trouw

Hoe wilt u kiezen rond het levenseinde?

Hoe denkt u over pijnbestrijding in uw laatste levensfase? Zou u ooit euthanasie overwegen? En wilt u het sterven bewust meemaken, of juist niet? Trouw hoort graag uw mening over het levenseinde.

Onze dood: sommige mensen denken er liever niet over na, anderen hebben uitgesproken ideeën over wat ze willen in de laatste fase van hun leven. De zorg in de stervensfase is in Nederland de afgelopen decennia flink veranderd. Er is meer aandacht voor palliatieve zorg. Bovendien is sterven iets geworden waarover we regie kunnen uitoefenen, bijvoorbeeld door te kiezen voor euthanasie – of juist niet.

Zou u ooit euthanasie overwegen? Hoe denkt u over pijnbestrijding in uw laatste levensfase? En wilt u het sterven bewust meemaken, of juist niet? En hoe denkt u over het begrip ‘voltooid leven’? Wij horen graag uw mening over keuzes rond het levenseinde.

Overlijden van één van de oprichters van de Einder

Onlangs ontvingen wij het bericht van het overlijden van mevrouw Marjolijn van Dierendonck – Daams.
Zij is op 29 oktober 2020 overleden en was in 1994 een van de medeoprichters van stichting De Einder.
We hopen dat haar werk haar heeft gebracht waar ze naar streefde, een humane dood in eigen regie, en dat wij als stichting dit gedachtegoed nog lang kunnen uitdragen.
Het complete verhaal over het ontstaan van onze stichting leest u hier.

Rouwkaart Marjolijn van Dierendonck – Daams

Oproep om mee te werken aan documentaire rouwverwerking

Beste hulpvrager en naasten,

Een (naderend) overlijden van een dierbare kan veel teweegbrengen bij de naasten. Een nieuwe techniek kan in deze moeilijke periode troost en steun bieden. Hier vertel ik u graag meer over.

Graag stel ik me kort even aan u voor. Nadat ik 4 jaar als zelfstandig documentairemaker heb gewerkt voor diverse levensbeschouwelijke omroepen van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), ben ik mij gaan specialiseren op de Nederlandse Filmacademie (richting regie documentaire) waar ik momenteel met een team van medestudenten bezig ben met de voorbereidingen van mijn afstudeerdocumentaire. Een uitzendgarantie op de NPO en een korte bioscooproulatie staan inmiddels vast.

Op het gebied van rouwverwerking is er momenteel een nieuwe techniek beschikbaar die het voor nabestaanden mogelijk maakt om via de computer videogesprekken te hebben met hun overleden dierbaren.

We zijn ons ervan bewust dat deze nieuwe technologie mogelijk enige aversie en weerstand bij u zou kunnen oproepen. Echter zijn diverse rouwspecialisten overtuigd van de heilzame werking van deze techniek mits deze therapeutisch wordt toegepast. Als afstuderende makers willen we daarom graag een documentaire maken die de werkzaamheid van deze techniek samen met therapeuten en wetenschappers onderzoekt.

Zelf is mijn oma niet zo lang geleden plotseling overleden aan een hartinfarct. Ik heb zelf ervaren door wat voor heftige processen je op zo een moment gaat. De gedachte dat ik mijn oma via de computer opnieuw zou kunnen ontmoeten en om de bevestiging van haar te krijgen dat ze echt gelukkig is op de plek waar ze nu is, zou mij veel steun hebben geboden in mijn rouwproces.

Hoe werkt de techniek?
Van de te overlijden patiënt wordt een stukje video van ongeveer 1 minuut opgenomen. Speciale software ‘leert en analyseert’ vervolgens hoe de gelaatstrekken van diegene bewegen. (Dit ‘leren en analyseren’ van de gelaatstrekken gebeurt allemaal op basis van kunstmatige intelligentie). Dit stukje geanalyseerde video vormt het ‘bronmateriaal’. Dit ‘bronmateriaal’ is de basis van het videogesprek met de nabestaanden.

Tijdens het videogesprek zit er aan de andere kant van de computer een stemacteur. De stemacteur voert in feite het gesprek met de nabestaanden. Maar de gelaatstrekken en gezichtsuitdrukkingen van de stemacteur worden tijdens het gesprek geprojecteerd op het ‘bronmateriaal’. Zo wordt de indruk gewekt dat nabestaanden daadwerkelijk een gesprek voeren met de overleden dierbare. U kunt het vergelijken met een marionette: het door de software geanalyseerde bronmateriaal is de marionette, de stemacteur bestuurt (door zijn eigen gezichtsuitdrukkingen) de touwtjes. Deze techniek is zodanig goed doorontwikkeld, dat het haast onmogelijk is om te detecteren dat de interactie gemanipuleerd is.

Voor de beeldvorming hierbij een voorbeeldfilmpje van deze techniek:
https://www.youtube.com/watch?v=cYwW8TVFfi4&list=UU1xEaRxvIFpX7KbXhnNcejg

Hulp van therapeuten en wetenschappers
In de wetenschap wordt momenteel onderzoek gedaan naar hoe deze technologie in dienst kan staan van de rouwverwerking. Parallel aan dat onderzoek wordt deze documentaire gemaakt waarbij we door diezelfde wetenschappers worden bijgestaan.

Ook worden we bijgestaan door diverse ervaren rouwtherapeuten die overtuigd zijn van de heilzame werking van deze techniek. Ze zijn ervan overtuigd dat deze techniek een zeer belangrijke tool kan zijn in de rouwverwerking. De therapeuten zijn dan ook zeer enthousiast over deze techniek en helpen ons bij het maken van deze documentaire zodat we te allen tijde zorgvuldig en verantwoord te werk kunnen gaan.

Wilt u meewerken aan deze documentaire?
Bent u (aankomende) nabestaande (wiens dierbare binnenkort komt te overlijden of wiens dierbare al overleden is) en zou u er open voor staan om in het kader van uw rouwverwerkingsproces onder begeleiding van rouwspecialisten via de computer een videogesprek aan te gaan met uw overleden dierbare?

Mocht dit het geval zijn én wilt u meewerken aan deze documentaire, dan komen we graag in contact met u. Onze filmperiode loopt van 9 december 2019 tot me met 10 januari 2020. In deze periode kunt u verwachten dat er filmopnames worden gemaakt van u rondom het hele therapie traject. De uiteindelijke documentaire wordt een respectvol en integer gezinsportret.

We realiseren ons goed hoe enorm gevoelig zulke kwesties liggen. Het spreekt uiteraard voor zich dat we met een grote zorgvuldigheid, respect en integriteit te werk gaan. Deze documentaire maken we vanuit een oprechte goedwillendheid om een positieve bijdrage te leveren aan de nabestaanden. Nooit willen we slechts ‘een vluchtige filmploeg’ zijn. We willen al onze energie, aandacht en liefde voor de volle 100% steken in de dierbare en zijn of haar naasten zodat we vanuit die oprechte betrokkenheid samen een betekenisvolle en inspirerende documentaire kunnen maken.

Omdat we het belangrijk vinden om vanuit een betrokken en persoonlijke basis te werk te gaan, lijkt het ons heel fijn om u telefonisch eens te spreken en u eventueel te ontmoeten.

We begrijpen dat u naar aanleiding van bovenstaande informatie veel vragen heeft. We vragen u in dit geval vriendelijk om rechtstreeks contact met ons op te nemen zodat we al uw vragen kunnen beantwoorden en onduidelijkheden kunnen wegnemen.

Roshan.nejal@Hotmail.com

Bij voorbaat heel veel dank!

Graag horen we van u,

Roshan&team

De koffie-euthanasie: moet iemand met vergevorderde dementie over zijn doodswens nog worden bevraagd?

De vraag of de arts onder alle omstandigheden moet proberen met een inmiddels wilsonbekwame patiënt te communiceren alvorens euthanasie te verlenen is tijdens de parlementaire behandeling van het wetsontwerp uitdrukkelijk aan de orde gesteld en de wetgever heeft bewust ervan afgezien een dergelijke plicht in de wet op te nemen.

De zgn. koffie-euthanasie houdt de gemoederen onverminderd bezig. Het betreft het geval waarin een verpleeghuisarts op 22 april 2016 op basis van een zo op het oog niet duidelijke schriftelijke wilsverklaring euthanasie had verleend aan een diep demente 74-jarige vrouw zonder daarover, voorafgaande aan de uitvoering van de euthanasie, nog met haar te spreken en zonder de uitvoering van de euthanasie te staken toen de vrouw afwerend leek te reageren op het inbrengen van het infuus en de toediening van de euthanatica.

Voor een goed begrip van de zaak is het belangrijk te weten dat de patiënte, wegens haar ervaring met haar moeder, onder geen beding in een verpleeghuis wilde worden opgenomen, dat zij in de loop van 2015 door voortschrijdende Alzheimer wilsonbekwaam was geworden, dat zij op 3 maart 2016 toch in een verpleeghuis was opgenomen en dat zij, volgens alle deskundigen op dementiegebied die haar hebben meegemaakt, ondraaglijk leed.

Over die zaak hebben zich inmiddels vier instanties gebogen. Drie daarvan: de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie (RTE), het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag en het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (ECLI:NL:TGZCTG:2019:68), vonden dat de arts niet zorgvuldig had gehandeld. Het Openbaar Ministerie (O.M.) besloot tegen de arts strafvervolging in te stellen. Op 11 september 2019 heeft Rechtbank Den Haag in de strafzaak uitspraak gedaan (ECLI:NL:RBDHA:2019:9506) en geoordeeld dat de arts aan alle wettelijke eisen voor een zorgvuldige euthanasieverlening heeft voldaan.

Wie de uitspraak van de rechtbank aandachtig leest kan niet anders dan concluderen dat de aanpak van de arts van deze gecompliceerde euthanasie voorbeeldig is geweest. Waarom is zij dan aan al deze langdurige en belastende procedures onderworpen?

Het strafrechtelijk onderzoek ontlast de arts

De tekst van de schriftelijke wilsverklaring bevat ogenschijnlijk een tegenstrijdigheid. Volgens velen had de patiënte niet duidelijk opgeschreven dat zij hoe dan ook euthanasie wilde, ook als zij, in diep demente toestand, niet meer zelf mondeling om euthanasie zou kunnen vragen.

Uit het strafrechtelijk onderzoek blijkt nu dat de huisarts en de geriater destijds ten onrechte in de veronderstelling verkeerden dat euthanasie alleen mogelijk is als een patiënt nog wilsbekwaam is en bovendien nog zelf om euthanasie kan vragen. Daardoor gaven zij aan de patiënte en haar familie onjuiste informatie over de mogelijkheid van euthanasie voor het geval dat de patiënte in diep demente toestand in een verpleeghuis zou moeten worden opgenomen. Die onjuiste informatie leidde tot de genoemde ogenschijnlijke tegenstrijdigheid in de schriftelijke wilsverklaring. Uit een brief van de geriater aan de huisarts, in het medische dossier, en ook uit verklaringen van de echtgenoot en de dochter van de patiënte blijkt echter dat het de vrouw er vooral om te doen was dat zij niet diep dement in een verpleeghuis zou moeten verblijven, zoals haar moeder eerder was overkomen, en dat zij juist in zo’n situatie euthanasie wilde. Dat was ook de conclusie die de verpleeghuisarts in maart 2016 trok op grond van het medische dossier van de patiënte en op grond van gesprekken die zij met de echtgenoot en de dochter van de patiënte had gevoerd.

Moet een schriftelijke wilsverklaring dan niet voor zichzelf spreken om als basis voor een euthanasie te kunnen dienen? Dat blijkt niet altijd mogelijk en dat hoeft ook niet. Uit de parlementaire geschiedenis van de Euthanasiewet blijkt duidelijk dat de arts, in geval van een niet geheel duidelijke wilsverklaring, zijn overtuiging dat aan de belangrijke voorwaarde van een ’vrijwillig en weloverwogen’ euthanasieverzoek is voldaan, mede mag baseren op andere informatiebronnen, zoals het medisch dossier van de patiënt, inlichtingen van andere behandelaars en op gesprekken met naasten zoals in dit geval de echtgenoot en de dochter van de patiënte. De Ministers Korthals (Justitie) en Borst (Volksgezondheid) hebben destijds in het parlement één en andermaal uiteengezet dat zij geen hoge formele eisen wilden stellen aan de schriftelijke euthanasieverklaring, opdat ook mensen zonder juridische kennis zo’n stuk zouden kunnen opstellen.

Ik teken hierbij aan dat de officier van justitie een pluim verdient voor zijn objectieve onderzoek waardoor de Rechtbank haar oordeel, anders dan eerder de RTE en het Regionaal Tuchtcollege, op de juiste gegevens heeft kunnen baseren. De officier van justitie concludeerde in zijn requisitoir dat de verpleeghuisarts op basis van de tekst en strekking van het schriftelijke euthanasieverzoek en de nadere informatie van de echtgenoot en de dochter tot de overtuiging mocht komen dat de patiënte euthanasie wilde wanneer zij zou worden opgenomen in een verpleeghuis en dat dat verzoek vrijwillig en weloverwogen was. De rechtbank komt tot dezelfde conclusie.

Het is jammer dat de gegevens die de officier van justitie heeft verzameld (de brief van de geriater aan de huisarts en de nadere informatie van de echtgenoot en de dochter) niet al tijdens de behandeling van de zaak door de RTE beschikbaar waren. Dan was deze wellicht tot een ander oordeel gekomen, waardoor de arts veel ellende was bespaard. De toetsingscommissies hebben echter minder onderzoeksbevoegdheden dan het Openbaar Ministerie. De RTE’s ontvangen wel de dossiers, waarin ook de verslagen/correspondentie met specialisten; zij kunnen de arts en andere behandelaren en deskundigen voor een nadere mondelinge toelichting uitnodigen, maar niet de familieleden van de patiënt.

De arts hoefde niet met de diep demente patiënte te ‘praten’

De volgende vraag die in deze zaak door het O.M. werd opgeworpen is of de verpleeghuisarts, alvorens tot uitvoering van de euthanasie over te gaan, had moeten verifiëren of de vrouw nog steeds dood wilde. Volgens het Centraal Tuchtcollege moet een arts dat altijd doen.

De rechtbank is evenwel van oordeel dat, gegeven de diep demente toestand waarin de patiënte zich inmiddels bevond, op de arts niet de plicht rustte te informeren naar een actuele levens- of stervenswens van de patiënte. Daarmee zou een eis worden gesteld die de wet niet kent. De rechtbank overwoog onder meer:

‘Patiënte verkeerde zoals al eerder aangegeven, in een diep demente toestand. Zij had geen enkel ziektebesef of –inzicht meer, zij wist niet meer wat euthanasie inhield, zij herkende haar eigen spiegelbeeld niet meer, zij sprak nog wel maar aan wat zij zei was, zoals ook de rechtbank heeft geconstateerd aan de hand van de gemaakte opnamen, geen touw meer vast te knopen. Zij kon haar wil dus niet meer coherent kenbaar maken.’

Ik teken hierbij aan dat de vraag of de arts onder alle omstandigheden moet proberen met een inmiddels wilsonbekwame patiënt te communiceren alvorens euthanasie te verlenen tijdens de parlementaire behandeling van het wetsontwerp uitdrukkelijk aan de orde is gesteld en dat de wetgever bewust ervan heeft afgezien een dergelijke plicht in de wet op te nemen. Minister Korthals antwoordde op een desbetreffende vraag:

‘Dan komen wij in de casuïstiek terecht en dat is ongelooflijk moeilijk. De arts gaat in het medisch dossier na wat er is gebeurd en welke aanwijzingen dat dossier geeft. Voorzover er familieleden en nabestaanden zijn, zal de arts bovendien proberen om ook bij hen een indruk te krijgen. Als de betrokkene zelf zijn mening nog kenbaar kan maken, zal de arts daar zeker gebruik van maken.’

De drie artsen die de patiënte in haar laatste levensfase hebben ‘gesproken’ en geobserveerd waren het erover eens dat zij geen mening meer kenbaar kon maken.

Volgens sommige commentatoren zou de rechtbank een demente patiënt hiermee het recht ontzeggen om nog over zijn leven te beschikken. Dat zegt de rechtbank echter niet. Als een ten aanzien van zijn euthanasieverzoek inmiddels wilsonbekwame patiënt die, anders dan deze 74-jarige vrouw, nog wel een besef heeft van het begrip ‘dood’, duidelijk aangeeft niet dood te willen mag de arts geen euthanasie verlenen. Blijkens de wetsgeschiedenis is dan sprake van een ‘gegronde reden’ om het euthanasieverzoek niet in te willigen. Dat is al jaren ook de lijn van de toetsingscommissies euthanasie.

De levensbeëindiging is medisch zorgvuldig uitgevoerd

De verpleeghuisarts deed een sterk slaapmiddel (premedicatie) in de koffie van de patiënte, zonder dat zij eerst een poging had gedaan de patiënte te informeren over wat haar te wachten stond.

De rechtbank acht de uitvoering van de euthanasie zorgvuldig. De door de rechter-commissaris benoemde deskundige-anesthesioloog heeft als zijn oordeel te kennen gegeven dat premedicatie wenselijk kan zijn als er bij een wilsonbekwame patiënt aanwijzingen zijn (zoals in deze zaak het geval was) dat onrust, agitatie of agressie kan ontstaan bij de daadwerkelijke handeling van euthanasie.
De fysieke en verbale reacties die de patiënte vertoonde bij het uitvoeren van de euthanasie betreffen volgens de deskundige reflexmatige reacties die niet tot het bewustzijn van de patiënte doordrongen.

Cassatie in het belang der wet

Het Openbaar Ministerie ziet af van het instellen van hoger beroep bij het gerechtshof maar legt wel bepaalde rechtsvragen voor aan de Hoge Raad. De Hoge Raad kan ook de uitspraak van het Centraal Tuchtcollege van 19 maart 2019 in zijn beoordeling betrekken (artikel 75 Wet BIG).

Maar welke beslissingen de Hoge Raad ook neemt, het raakt de arts niet langer. Zij is definitief ontslagen van alle rechtsvervolging.

Slotconclusie

De verpleeghuisarts heeft een gecompliceerde euthanasiezaak, die kort voor haar pensionering op haar weg kwam, op voorbeeldige wijze tot een einde gebracht. Zij is door de rechtbank volledig gerehabiliteerd.

Theo Matthijssen, gepensioneerd rechter

Brief aan de Tweede Kamer van een hulpvrager van De Einder

In een van haar eerstvolgende vergaderingen zal de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport de onderstaande geanonimiseerde brief van een hulpvrager van De Einder behandelen waarin de vraag centraal staat waarom geen schoon schip wordt gemaakt met wetten die mensen de beschikking over hun eigen leven ontnemen met als gevolg dat mensen gedwongen worden om op een vaak wrede en onwaardige manier te sterven.


Aan de Fracties van de Tweede Kamer der Staten Generaal.

@, 9 Maart 2019.
 
 
Geachte fractieleden.

Nog steeds is er geen duidelijkheid over euthanasie.

Mijn vrouw van 83 heeft Alzheimer, diabetes, evenwichtsstoornis, incontinentie en kan nauwelijks meer lopen. Ik ben 87 en nog redelijk ter been, hoewel ik meerdere ouderdomskwalen heb, zoals schildklierafwijking, reuma en chronische bronchitis.

Wij zijn lid van de N.V.V.E., van de Coöp. Laatste Wil en hebben contact gehad met Stichting De Einder.

Wij zouden graag willen beschikken over een middel voor zelfdoding, zodat wij op een door ons gewenst tijdstip zelfstandig euthanasie kunnen plegen, zonder een huisarts of behulpzame anderen in problemen te brengen.

Helaas kunnen de genoemde instanties ons niet helpen, daar de bestaande wettelijke bepalingen dit verhinderen. Omdat de wetten er voor de burgers zijn en niet omgekeerd zou je kunnen veronderstellen dat mensen in gezaghebbende posities van het O.M. en van het Gerecht in staat zouden moeten zijn om de wet zodanig te interpreteren dat het belang van de mensen vooropstaat. Het kan toch niet de bedoeling van de wet zijn dat mensen de beschikking over hun eigen leven wordt ontnomen met het gevolg dat men gedwongen is om op een vaak wrede en onwaardige manier het leven te beëindigen. Zo ja, dan deugt de wet niet.

Ik heb van nabij meegemaakt dat ongeneeslijk zieke ouderen onnodig lang hebben moeten lijden alvorens te mogen sterven en dat jongere mensen die het leven ondraaglijk vinden op een afschuwelijke manier een einde aan hun leven hebben gemaakt. Ik zou van de laatste groep vier voorbeelden kunnen noemen.

Totaal onbegrijpelijk dat de rechtbank in Maastricht onlangs een man heeft veroordeeld omdat hij wat spullen had gekocht voor zijn vader, die dood wilde. De edelachtbare heren vinden de wet kennelijk belangrijker dan de mens.

Geachte Kamerleden wordt het nu eindelijk niet eens tijd om de wet aan te passen en om, vooruitlopend daarop te proberen de magistraten te overtuigen van de noodzaak tot een menselijke interpretatie van de bestaande wettelijke bepalingen?

Er wordt in veel kringen geklaagd dat de ouderen zo veel geld kosten en dat de zorgkosten daardoor de pan uit rijzen. Ik doe het niet maar heb haast de neiging om te zeggen: Het leven wordt de ouderen nog nauwelijks meer gegund, maar doodgaan op eigen wens en door eigen toedoen mag ook niet.

Welk een tegenstrijdigheid.

Ik hoop dat er nu eindelijk erkenning komt voor mensen die hun leven willen beëindigen en wens u een snelle besluitvorming toe ondanks het vermoedelijke verzet tegen euthanasie van (gelukkig slechts) enkelen onder u die denken voor God te moeten spelen.

Met hoop en hoogachting,

D.K.

@volgt volledige naam en adres

Spreken over samen uit het leven stappen

Paul Teunissen

Ik, Paul Teunissen, zou graag in contact komen met echtparen die overwegen om, als het moment daar is, samen uit het leven te stappen.

Ik werk aan een lang krantenartikel dat lezers inzicht zal moeten verschaffen in de overwegingen en ervaringen van een echtpaar om tot dit besluit te komen.

Zelf ben ik langere tijd hulpverlener geweest en heb ik mensen in moeilijke levensfasen bijgestaan.

Uiteraard zal ik grote voorzichtigheid betrachten. Mocht u toelichting willen dan zou ik graag kennismaken. Daarna kunt u bepalen of u mee wilt werken.

Naast een weergave van de persoonlijke beweegredenen zullen ook de hindernissen die betrokkenen tegenkomen in hun streven naar een waardig, gedeeld levenseinde, alle aandacht krijgen.

Contact: paulteun@xs4all.nl / 06 – 183 47 954

Gezocht: Mensen die willen vertellen over voltooid leven

Wanneer is een leven voltooid? En hoe bepaal je of een leven voltooid is? En wat maakt daar tegenover het leven de moeite waard? Een zeer delicate en persoonlijke vraag.

Je hebt het recht om nagenoeg alles zelf te bepalen in het leven. Van het kleine wat je eet vandaag tot het grote hoe richt ik mijn leven in. En aan het einde daarvan mag je ineens niet zelf bepalen hoe en wanneer het voor je ophoudt.
Het Zuidelijk Toneel maakt elk jaar met een professionele regisseur een voorstelling met amateur spelers uit de omgeving Noord-Brabant. Met onze spelers wil regisseur Bram Jansen het thema ‘Voltooid Leven’ onderzoeken. Wij zijn op zoek naar mensen die vanwege dementie en terminaal ziek zijn zoekende zijn in vragen rondom voltooid leven of daar al een heel stellige wens in hebben. Ook zijn we op zoek naar mensen die om andere redenen graag hun einde in eigen handen houden en die een uitgesproken mening hebben.

We komen graag in contact met mensen die op 30 september, 7 oktober of 15 of 16 oktober geinterviewd willen worden door de spelersgroep in Tilburg. Jouw verhaal wordt vervolgens gebruikt in de voorstelling, indien gewenst geanonimiseerd. Het interview vindt niet tijdens de voorstelling plaats: het is slechts ter voorbereiding van de uiteindelijke voorstelling. Reiskosten worden vergoed.
Graag zo spoedig mogelijk reageren door te mailen naar iwan.zeinstra@gmail.com of te bellen naar 06 57923023.

Onderzoek: ‘euthanasie in de psychiatrie’

Het Amsterdam UMC (voorheen AMC) doet onderzoek naar de praktijk rondom euthanasie in de psychiatrie. Wij zouden graag interviews willen houden met mensen die vanwege psychiatrisch lijden een euthanasiewens hebben en/of een euthanasieverzoek hebben gedaan bij hun arts. Het kan zijn dat het euthanasieverzoek is afgewezen, maar ook dat u nog in het proces zit of dat het is toegekend. Voor ons maakt dit niet uit.

Wij zijn bijvoorbeeld geïnteresseerd in de vragen hoe het is om niet meer te willen leven, wat het voor u betekent om een euthanasieverzoek te hebben, hoe uw ervaringen zijn geweest met de arts en het verzoek, wat ondraaglijkheid of uitzichtloosheid voor u betekent, hoe het euthanasieverzoek zich verhoudt tot eventuele suïcidaliteit et cetera. Wij gaan graag in gesprek (wat ongeveer een uur a 1.5 uur zal duren) om zo goed zicht te krijgen op de belevingswereld van de mensen waar dit vraagstuk uiteindelijk om draait: degene met het euthanasieverzoek!
Kent u iemand of ben u iemand die een verzoek om euthanasie heeft gedaan vanwege psychiatrisch lijden, en zou willen meewerken aan wetenschappelijk onderzoek, neem dan contact op via onderstaande contactgegevens. Persoonsgegevens (naam, adres et cetera) zijn uiteraard vertrouwelijk en worden beschermd en het interview kan plaatsvinden op elk gewenste locatie.

Om mee te kunnen werken aan het onderzoek moet er aan onderstaande eisen worden voldaan:
– ouder dan 18 jaar
– u heeft een euthanasiewens en/of euthanasieverzoek gedaan bij uw arts vanwege psychiatrisch lijden
– u bent wilsbekwaam ten aanzien van medewerking aan dit onderzoek

Voor meer informatie of mogelijke deelname aan het onderzoek kunt u contact opnemen met:
Rosalie Pronk, PhD student Amsterdam UMC
email: r.pronk@amc.uva.nl

Vanwaar die kruistocht tegen de schriftelijke wilsverklaring?

Door Miriam de Bontridder en Theo Matthijssen

De schriftelijke wilsverklaring is mede bedoeld om iemand die niet meer op samenhangende wijze kan zeggen dat hij dood wil, te besparen dat hij gedwongen wordt om met uitgevallen cognitieve vermogens door te modderen wanneer hij voor zichzelf, in een staat dat hij het nog wel samenhangend kon zeggen, heeft uitgemaakt dat hij in een dergelijk doormodderen geen zin heeft.

Volgens Bert Keizer in Trouw van 14 september 2018 is een schriftelijke wilsverklaring zinloos en kan zij zo de prullenmand in, want als je nog kunt zeggen dat je euthanasie wilt, dan heb je geen schriftelijke wilsverklaring nodig en als je het niet meer kunt zeggen, dan krijg je geen euthanasie.

Op basis van meerdere stukjes van gelijkaardige strekking die hierover in vakbladen voor artsen verschijnen, begint het bij sommige huisartsen praktijk te worden om een schriftelijke wilsverklaring ongelezen in hun dossier stoppen en geen tijd in te ruimen om er met hun cliënt over te spreken.

Zodoende wordt voor selffulfilling prophecy gezorgd en heeft Bert Keizer een punt waar hij schrijft dat “het een feit is” dat de schriftelijke wilsverklaring zinloos is als je niet meer in staat bent op samenhangende wijze te zeggen dat je dood wilt.

Jammer om hier niet verder dan het eigen vakgebied te kijken en om van onwaarde te verklaren wat rechterlijke instanties daarover zeggen, zoals onder meer laatstelijk het Medisch Tuchtcollege in Den Haag door wie het belang van een schriftelijke wilsverklaring ten volle wordt onderstreept.

Het is inderdaad een feit dat veel artsen niet bereid zijn euthanasie toe te passen op iemand die niet meer kan zeggen dat hij dood wil. En dat recht hebben zij. Als wij in de schoenen van een arts zouden staan, zouden ook wij er grote moeite mee hebben iemand wiens mentale functies hem zijn komen te ontvallen en die niet meer kan bevatten wat er met hem gebeurt, de dodelijke injectie te geven.

Is het dus een feit dat veel artsen euthanasie bij zware dementie weigeren, feit is evenwel ook dat de wet het tegenovergestelde beoogt: de schriftelijke wilsverklaring is immers mede bedoeld om iemand die niet meer op samenhangende wijze kan zeggen dat hij dood wil, te besparen dat hij gedwongen wordt om met uitgevallen cognitieve vermogens door te modderen wanneer hij voor zichzelf, in een staat dat hij het nog wel samenhangend kon zeggen, heeft uitgemaakt dat hij in een dergelijk doormodderen geen zin heeft.

Artsen die bereid zijn gehoor te geven aan waarvoor de wet is bedoeld, past diep respect en het is geen goede zaak dat zij door artsen die – met alle begrip daarvoor – hun persoonlijke barricades zwaarder dan de wet laten wegen, in een kwaad daglicht worden gesteld.

Begrijpt u ons goed: er is niets op tegen dat een arts geen euthanasie op een zwaar dementerende wil toepassen maar waar wel iets op tegen is, is dat een arts op basis van persoonlijke barricades de wet gaat ondergraven.

NVVE heeft het gelijk aan haar zijde waar zij hier tegengas geeft door te wijzen op het nut dat een schriftelijke wilsverklaring wel degelijk heeft.
In de situatie dat je het nog wel kunt zeggen, kan de schriftelijke verklaring dienen als ondersteuning en verduidelijking van een mondeling verzoek om euthanasie. Zij heeft bovendien als voordeel dat zij als bewijs kan dienen voor de arts die zich achteraf voor het verlenen van euthanasie moet verantwoorden, en verder is zij van nut voor andere artsen die bij de euthanasie betrokken zijn.
En in de situatie dat je het niet meer kunt zeggen, kan je – als aan alle van toepassing zijnde zorgvuldigheidseisen is voldaan – op grond van de wet toch voor euthanasie in aanmerking komen. Het volstaat een dokter te vinden die bereid is zijn persoonlijke barricades aan jouw legitieme wens ondergeschikt te maken.

We kijken uit naar het moment waarop het zelfcorrigerend vermogen binnen de beroepsgroep van artsen aan de kruistocht tegen de schriftelijke wilsverklaring een einde maakt.

Miriam de Bontridder is raadsheer plv. bij het Gerechtshof Amsterdam tevens bestuurslid Stichting De Einder
Theo Matthijssen is gepensioneerd raadsheer bij het Gerechtshof Arnhem