De Einder in gesprek met de vereniging Recht op Waardig Sterven

De Belgische Vereniging Recht op Waardig Sterven (RWS) timmert in België aan de weg om een humane dood in eigen regie bespreekbaar en uitvoerbaar te maken. In dat verband legde zij haar oor te luisteren bij Miriam de Bontridder, bestuurslid juridische zaken van Stichting de Einder.

Steun bij een humane dood in eigen regie

Miriam de Bonridder

In het historische hart van Amsterdam sprak RWS met Mr. Drs. Miriam de Bontridder, gastspreker op onze vijfde Nationale Dag van Waardig Sterven en Euthanasie, over Stichting De Einder waar zij in de raad van bestuur zetelt.

‘Steun bij een humane dood in eigen regie’ is de slagzin naast het logo van Stichting De Einder op de website en ook op de brochure. Deze zin bevat de kerngedachte waar deze stichting voor staat. Vooral de laatste drie woorden, in eigen regie, vallen hier op. Waaruit bestaat de steun die u kan bieden aan iemand die toch al een besluit genomen heeft omtrent zijn eigen levenseinde of nog twijfelt daaromtrent? In Nederland is hulp bij zelfdoding toch strafbaar?

In Nederland is hulp bij zelfdoding niet strafbaar als die hulp verstrekt wordt door iemand die arts is en aan de zorgvuldigheidseisen van de euthanasiewet voldoet. Ook niet strafbaar is zelfdoding in eigen regie. Hulp bij zelfdoding in eigen regie is strafbaar als de hulp het karakter van een instructie heeft en/of de hulpverlener de regie van de hulpvrager overneemt. Bij De Einder wordt een onderscheid gemaakt tussen artseneuthanasie en wat is komen te heten zelfeuthanasie. Onze visie is dat waar artseneuthanasie mogelijk is, de weg van de artseneuthanasie moet worden bewandeld. Vaak maken we echter mee dat er mensen zijn die in aanmerking komen voor artseneuthanasie, maar toch op onterechte gronden niet geholpen worden door de arts. Onze opzet is het er toe leiden dat de arts bereid is euthanasie toe te passen. Waar noch de arts noch de Levenseindekliniek daartoe bereid zijn, willen wij voorkomen dat mensen zich van gruwelijke methoden bedienen om dood te gaan. Die mensen verstrekken wij desgevraagd informatie over humane methoden van zelfdoding.

In Nederland kennen we jurisprudentie (1) over de vraag: wat is strafbare en niet strafbare hulp bij zelfdoding in eigen regie?
Wat is niet strafbaar? Voorlichting en informatie geven, gesprekken voeren en morele steun verlenen en dat laatste kan ook betekenen aanwezig zijn bij een overlijden.
Wat is wel strafbaar? Alles waarbij niet de hulpvrager maar de hulpverlener de regie voert; alles waarbij de hulpverlener de hulpvrager ‘instructies’ verstrekt. Wat is een instructie? Wij menen dat in de rechtspraak met instructie bedoeld wordt dat iemand opdracht gegeven wordt tot, aangezet wordt tot, gemanoeuvreerd wordt in de richting van zelfdoding. Deze verrichtingen vallen onder het begrip strafbare hulp bij zelfdoding in eigen regie. Maar iemand informeren over de methoden en middelen om op een humane wijze zijn leven te beëindigen is geen strafbare hulp bij zelfdoding in eigen regie.

Tussen deze twee gebieden van strafbare versus niet strafbare hulp ligt echter een grijs gebied waarvan we niet weten of het strafbaar is. Hoe actiever de hulpverlener opereert, hoe waarschijnlijker het risico wordt dat iets als strafbare hulp zal worden gekwalificeerd. De Einder opereert in het gebied van wat wel mag en in het grijze gebied waarvan niet vaststaat of het wel of niet mag omdat de wetsgeschiedenis noch de jurisprudentie zich daarover ooit hebben uitgelaten.

Grofweg kan gezegd worden dat er drie humane manieren zijn om een einde te stellen aan het leven:

  • versterven door geen voedsel of drank meer tot zich te nemen (dat is alleen geschikt voor zeer oude en verzwakte mensen; voor gezonde mensen is versterven geen humane methode)
  • inhaleren van heliumgas of stikstofgas
  • gebruik van medicijnen waarvan bijvoorbeeld chloroquine, een malariamiddel, onder de geneesmiddelenwet valt en een ander middel, bijvoorbeeld pentobarbital, onder de opiumwetgeving valt. Het is de hulpvrager die zijn keuze bepaalt; de hulpverlener verstrekt alleen objectieve informatie zonder daaromtrent te ‘adviseren’ of iemand in een bepaalde richting te bewegen. Als de keuze op medicijnen valt, zijn die veelal niet verkrijgbaar zonder de geneesmiddelenwet of de opiumwet te overtreden. In die gevallen wijst de hulpverlener er op dat de hulpvrager zich aan overtreding van de wet schuldig maakt en juridische risico’s loopt alsook dat de verantwoordelijkheid daarvoor geheel bij hem berust.

In de euthanasiewet in België wordt euthanasie omschreven als het actief beëindigen van het leven door een ander persoon. De Einder spreekt van zelfeuthanasie en artseneuthanasie. Zijn die termen officieel, wettelijk aanvaard?
Beide termen zijn geen juridische termen. Euthanasie in de zin van de euthanasiewet noemt De Einder artseneuthanasie en het bewerkstelligen van een goede dood in eigen regie noemen we zelfeuthanasie. De term zelfeuthanasie of auto-euthanasie, iemand wil dood en doet het zelf, zonder bemoeienis van een arts, is geloof ik voor het eerst gebruikt in 2007 door Boudewijn Chabot (2).
We hebben een proefproces gehad met Heringa (3), een man die zijn moeder geholpen heeft. In de annotaties van de uitspraak lees ik dat iemand helpen bij zelfdoding in handen van een arts moet blijven. Een familielid mag dit niet doen.

Er liggen momenteel twee voorstellen op tafel: een kabinetsplan en een initiatief van D66. In het ene voorstel is er sprake van een stervensbegeleider, in het ander van een levenseindebegeleider. De euthanasiewet is geënt op het beginsel dat er een medische oorzaak aan het lijden ten grondslag moet liggen; de door het kabinet en D66 geformuleerde voorstellen willen ook euthanasie in geval van existentieel lijden (lijden zonder medische oorzaak) mogelijk maken. Daar zou dan een ‘stervensbegeleider/ levenseindebegeleider’ aan te pas moeten komen die zonder arts te zijn, onder bepaalde en strikte voorwaarden een dodelijke pil mag verstrekken.

In Nederland zijn – buiten De Einder – verschillende organisaties/stichtingen actief rond levenseindebeslissingen. Bijvoorbeeld de nVVE, de Levenseindekliniek…. waarin onderscheidt De Einder zich van die andere?
Er zijn drie organisaties rond levenseindebeslissingen in eigen regie actief. Alle drie verstrekken zij informatie en individuele begeleiding. Bij de NVVE is een lidmaatschap vereist. De Einder is een ANBI, een algemeen nut beogende instelling. Vanwege haar maatschappelijke relevantie valt De Einder onder een fiscale status die onder meer donaties fiscaal aftrekbaar maakt. De Levenseindecounselors zijn een uit drie counselors bestaande beroepsorganisatie die geen ANBI-status heeft. Zij verstrekken hulp tegen vergoeding. De Einder is een vrijwilligersorganisatie die gratis info verstrekt en die, als mensen specifiek op hun persoonlijke problematiek toegespitste informatie wensen, doorverwijst naar zelfstandig opererende consulenten die, net als de levenseindecounselors, op declaratiebasis werkzaam zijn. Wij hebben nu zeven consulenten en eind 2017, wanneer de training van de in opleiding zijnde consulenten is voltooid, zal dat aantal nog toenemen.

Onder onze consulenten bevindt zich een dokter, een psycholoog, een psychotherapeut, en ik geloof ook een humanistisch raadsman. Ze moeten minstens HBO-niveau hebben.

Alle hulpvragen die aan De Einder gericht zijn komen terecht bij onze casemanager, dat is een gepensioneerd arts. Zij brengt desgevraagd de hulpvrager in contact met de consulent, rekening houdend met de woonplaats en de problematiek van de hulpvrager. Hulpvragers en consulenten maken onderling afspraken over tussenkomst, reiskosten en consultaties. Onze consulenten verplaatsen zich alleen binnen Nederland en reizen niet af naar het buitenland. Indien buitenlanders – veel Belgen en Duitsers doen beroep op ons – met een consulent willen praten, moeten deze mensen naar Nederland komen. Voor algemene informatie die niet door consulenten maar door De Einder zelf wordt verstrekt, kunnen zij ermee volstaan van de telefoon of de e-mail gebruik te maken.

De tendens in Nederland is om de medicus steeds minder te betrekken bij de levenseindeproblematiek. Zelf vind ik dat geen goede ontwikkeling. Dat de opleiding van een medicus niet altijd de meest geëigende is om mensen met een doodswens op te vangen, daar ben ik het mee eens. Maar diegene die mensen een doodspil verstrekt, moet in mijn visie ook medisch/farmacologisch gevormd zijn. Als daartoe in de wet de keuze op een medicus valt, dan heeft in mijn visie die medicus extra opleidingen nodig en dient hij over extra competenties te beschikken. Hij moet met existentiele problematieken en met sociaalmaatschappelijk werk vertrouwd zijn, psychologisch inzicht hebben, misschien zelfs filosofisch of antropologisch geschoold zijn. Kortom hulpverleners die mensen met een doodswens begeleiden moeten allround, van alle markten thuis zijn.

Jullie hebben hier in Nederland ook de Levenseindekliniek?
De Levenseindekliniek vangt mensen op die bij hun arts niet terecht kunnen omdat deze persoonlijke bezwaren tegen euthanasie heeft. Helaas zijn er nog veel van die artsen met persoonlijke bezwaren tegen euthanasie waardoor de Leveneindekliniek niet de capaciteit heeft om alle mensen op te vangen die bij hun eigen arts bot vangen. De Einder verschilt onder meer hierin van de Levenseindekliniek dat zij geen euthanasie uitvoert noch euthanatica verstrekt.

Begin september ontstond er nogal wat ophef rond de bekendmaking van Coöperatie Laatste wil (CLw) dat een gemakkelijk verkrijgbaar middel zou toelaten om euthanasie in eigen regie uit te voeren. Men zou enkel 6 maanden lid moeten zijn van CLw om de naam van het middel te verkrijgen. In België waren de reacties hierop eerder negatief. Hebt u meer info hierover en wat is het standpunt van De Einder hieromtrent?
Het middel waarmee de Coöperatie Laatste Wil in de publiciteit gekomen is, betreft een in laboratoria gebruikt conserveermiddel. Het is – op dit moment nog steeds – legaal verkrijgbaar (alleen via digitale bestelling bij de groothandel), kost weinig en bezorgt een zekere en relatief vredige dood. De Coöperatie Laatste Wil zal het middel niet zelf verstrekken. Alleen informatie daarover zal over afzienbare tijd bij voornoemde coöperatie verkrijgbaar zijn: het verstrekken van middelen die de dood veroorzaken kwalificeert in Nederland als strafbare hulp bij zelfdoding in de zin van artikel 294 Sr, vandaar dat noch de Coöperatie noch andere organisaties die actief zijn op het terrein van een humane dood in eigen regie het middel aan hulpvragers zullen verstrekken.

Voor meer informatie over hoe de naam van het conserveermiddel te achterhalen, kan het beste de website van CLW http://www.laatstewil.nu/faq/nieuws/ worden geraadpleegd. De Coöperatie beschikt voor buitenlanders over een handleiding hoe zij zich lid kunnen maken.

Achter de schermen wordt onder aanverwante organisaties als De Einder, NVVE en Exit International zo mogelijk in overleg met CLW nagegaan hoe op de meest zorgvuldige wijze aan het middel bekendheid kan worden gegeven. Naar verwachting zal De Einder daarover alleen desgevraagd informatie verstrekken en het niet her en der ongevraagd gaan promoten. Meer openheid van zaken kan ik op dit moment niet geven: we bewegen ons op het terrein van leven en dood en daarbij mag niet over één nacht ijs worden gegaan.

Kan iedereen met een vraag rond zelfeuthanasie bij u terecht?
Leeftijdsbeperking, nationaliteit, dementerenden ….?
De taal kan soms een barrière vormen voor mensen uit bijvoorbeeld Japan, Rusland …. om bepaalde finesses in woorden duidelijk te maken, is communicatie in liefst je eigen moedertaal belangrijk. Afgezien daarvan kan iedereen bij ons terecht.
Wat adolescenten betreft, is onze visie dat het brein pas volwassen is op vijfentwintigjarige leeftijd, dus zo iemand moet je niet voeden met informatie over hoe hij uit het leven kan stappen. Zo iemand is gebaat bij een psychotherapeut die therapie als oogmerk heeft. Wanneer er sterke indicaties zijn dat de betrokkene bijvoorbeeld onder de trein dreigt te springen, kan altijd nog nagegaan worden of voorlichting over humane zelfdodingsmethoden op zijn plaats is.

Als het om dementerenden gaat, geldt dikwijls dat zij niet meer uitvoeringsbekwaam zijn: zij kunnen niet meer zonder hulp een heliumtank bedienen of weten niet meer waar zich hun dodelijke medicijnen bevinden en hoe zij die moeten innemen. Wij vinden het belangrijk dat daar dan familieleden bij betrokken worden, waarbij die familieleden worden voorgelicht over welke hulp zij nog wel zonder risico kunnen bieden en vanaf waar zij zich op het terrein van strafbare hulp bij zelfdoding begeven. Zij moeten beslissen wat zij voor hun familielid over hebben.

Ook voor misdadigers en gevangenen met een stervenswens die zich niet naar een consulent kunnen begeven, staan wij open. Als zij daar via bijvoorbeeld hun advocaat om vragen, krijgen ook die mensen informatie.

Voorts is het zo dat er dikwijls artsen met ons contact opnemen om moeilijke vragen te beantwoorden of om iemand naar (een consulent van) De Einder door te verwijzen. Die artsen kunnen op al onze knowhow beroep doen en laten daarover veelvuldig hun erkentelijkheid blijken.

Bij permanenties krijgen wij soms telefoon uit bijvoorbeeld new york van mensen die denken dat zij hier zo maar ‘op bestelling’ terecht kunnen voor een euthanasie. Misschien kunnen wij die mensen voor informatie bijvoorbeeld naar De Einder doorverwijzen?
Algemene informatie in het Engels of het Duits kunnen wij verstrekken maar meestal verwijzen wij die mensen naar Exit International, een Australische organisatie opgericht door Philip Nitschke die via de website vrij veel informatie verschaft. Het eerste contact dient altijd te geschieden via ons e-mailadres begeleiding@deeinder.nl of via een brief naar ons postbusadres. Al die schriftelijke hulpvragen komen terecht bij onze casemanager die op basis van de inhoud vervolgens contact opneemt via telefoon of mail. Als iemand aangeeft telefonisch dan wel schriftelijk contact te wensen, houdt de casemanager daar rekening mee.

RwS is pluralistisch. welk gedachtengoed volgt De Einder?
De Einder is ontstaan vanuit het Humanistisch Verbond. De aanleiding voor de oprichting van De Einder waren twee kort opeenvolgende zelfdodingen van jonge mensen. Vanuit het Humanistisch Verbond hebben toen enkele leden gezegd: als er voor deze mensen inderdaad geen alternatief meer is, hebben zij recht op informatie die hen toelaat zo menswaardig mogelijk heen te gaan, zodat ze niet op gruwelijke methoden aangewezen zijn. Hoewel ontstaan vanuit het humanisme, is ons gedachtengoed pluralistisch, iedereen kan komen, wij vragen niet naar geloofsovertuiging.

In Nederland ontstond er heel wat beroering rond het wetsvoorstel Voltooid Leven. Daarin zou een belangrijke rol weggelegd zijn voor de levenseindebegeleider. Hebt u bezwaren tegen dit wetsvoorstel?
Wij hebben geen bezwaren tegen het wetsvoorstel geformuleerd. Er is het kabinetsplan van Edith Schippers en de initiatiefwet van Pia Dijkstra. Wij steunen beide voorstellen. Uiteraard zijn wij het met de tegenstanders van die voorstellen eens dat als mensen willen doodgaan omwille van een maatschappelijk probleem waarvoor een oplossing bestaat, je een maatschappelijke oplossing voor dat probleem moet aandragen. Een andere kritiek van de tegenstanders is dat door een Voltooid Leven Wet ouderen een druk zullen voelen om hun leven te beëindigen. En dat is niet de bedoeling van de op tafel liggende plannen. Je mag mensen die graag leven niet het gevoel geven dat ze er eigenlijk niet meer toe doen. Daarom vind ik het goed dat er nog een tijdje over de voorstellen van het kabinet en van D66 gedebatteerd gaat worden.

Ook aan de Belgische euthanasiewet schort een en ander, maar eer daar iets aan verandert…
Probeer de discussie op gang te brengen, maar maak er een doorwrochte discussie van zodat je alle argumenten van zowel voor- als tegenstanders bekijkt. En ga na hoe terechte bezwaren van tegenstanders kunnen worden ondervangen.

Als we het juist begrijpen, volgt het kabinet de adviescommissie Schnabel, (opgericht door de ministeries van Volksgezondheid en justitie) niet. Het kabinet stelt dat de ‘voltooid leven’-problematiek gedekt wordt door de euthanasiewetgeving omdat het meestal gaat om een opstapeling van ouderdomsklachten. klopt het dan, zoals de commissie beweert, dat de groep van mensen zonder al die ouderdomskwalen en die enkel lijden aan het leven, verwaarloosbaar is? Is dat aantal onderzocht?
Het kabinet zegt dat de euthanasiewetgeving vereist dat er op de een of andere manier een medische oorzaak is, terwijl in een klein aantal gevallen er geen medische oorzaak is, maar een existentiële. In de huidige euthanasiewetgeving is het zo dat mensen wiens doodswens uitsluitend een existentiële oorzaak heeft, buiten de boot vallen. Zij komen niet voor euthanasie in aanmerking, want de euthanasiewet eist dat hun lijden medisch gerelateerd moet zijn. Toch zijn er mensen, en dat is een kleine categorie geef ik grif toe, die medisch niets mankeren, maar die existentieel lijden. Voor die mensen is onze Nederlandse euthanasiewet niet voldoende. Vandaar dat het kabinet zegt dat we een wet moeten hebben waarin ook de doodswens van mensen met existentieel lijden gelegaliseerd wordt.

De commissie Schnabel zegt eigenlijk: ‘Neen, niet doen, want je gaat de euthanasiewet uithollen en eigenlijk is het merendeel van die mensen die uitsluitend existentieel lijden, een veel te kleine categorie om daarvoor de wet te wijzigen. Mensen met uitsluitend existentieel lijden moeten de overheid niet lastig vallen, ze kunnen het zelf doen via de zogenaamde ‘autonome route’, te weten versterven, de heliummethode of medicijnen’. Maar voor veel mensen zijn deze drie autonome wegen die de commissie Schnabel noemt, niet haalbaar en zijn zij op hulp van anderen aangewezen.

In het geval van – over het algemeen illegaal dan wel op de zwarte markt verkregen – medicijnen overheerst bijvoorbeeld veel angst: heb ik wel de juiste medicijnen, ga ik er bijvoorbeeld niet met hersenletsel uit komen? Waarom dat niet allemaal in de legaliteit trekken? Laat mensen die aan het einde van hun krachten zijn, vredig uit het leven stappen. Voorkom dat ze zich op hoge leeftijd nog het gebruik van encrypted mails en bitcoins dienen aan te leren om op de zwarte markt hun medicijnen te bestellen en te betalen of dat zij een beroep moeten doen op hun naasten die zich dan blootstellen aan strafbaar handelen. Zorg voor een wet die mogelijk maakt op humane wijze dood te gaan. Daar heeft de commissie Schnabel geen oog voor.

In een artikel begin dit jaar in de Volkskrant, stelt u dat 80% afziet van euthanasie na een gesprek met een consulent, ook als zij de middelen al in huis hebben. Is de rol van een consulent dus toch van zeer groot belang?
Wat we merken, is dat het feit dat mensen de informatie hebben, vaak al zo geruststellend is, dat ze veel opgeluchter doorgaan met leven en dat is niet alleen de constatatie van De Einder, maar dat is zo bij alle organisaties die op dat terrein werkzaam zijn over de hele wereld.

Ook over koppels die samen uit het leven willen stappen hebt u verschillende bedenkingen. kan u dat wat meer duiden?
Wij hebben een paar zelfdodingen van koppels gehad die heel mooi waren. Dat trekt dan de pers. ‘Samen Dansend zijn ze uit het leven gestapt ‘, luidde de titel van het krantenartikel in het Algemeen Dagblad twee jaar geleden. Al snel krijg je dan koppels die dat ook willen. Het Werther-effect van Goethe gaat spelen. Dat moeten we voorkomen.

Van de koppels die zich tot De Einder wenden, merk je soms dat één van hen druk uitoefent op de ander om er samen uit te stappen terwijl die ander niet opgewassen is tegen die druk. En ook gebeurt het regelmatig dat mensen op hun vijftigste de wens hebben om te zijner tijd samen dood te gaan maar daar op hun tachtigste anders tegenover staan. Dat is de reden dat wij zeggen ‘tot het zover is’. Bij mensen die elkaar in het verleden beloofd hebben samen te sterven, zie je bij tijd en wijle dat de een op de ander een moreel appel doet, in de zin van: ‘je hebt het beloofd’. Zo’n belofte is er niet om te worden nagekomen, daar mag je niemand aan houden en niemand mag jou daar aan houden. Er zijn mooie zelfdodingen van koppels , maar wij zien niet graag dat die zelfdodingen verheerlijkt worden. Zoals gezegd, vanwege het Werther-effect.

Volgt u de mensen die een beroep deden op de Einder daarna nog op?
Aan mensen die naar een consulent worden doorverwezen, wordt gevraagd om de contacten met de consulent te onderhouden en hem van een eventueel overlijden op de hoogte te stellen. Hoe vaak dat gebeurt, is mij niet bekend.

Hoe ziet u de euthanasiewet evolueren in de toekomst?
Ik denk dat euthanasie bij voltooid leven naarmate de tijd voortschrijdt steeds vanzelfsprekender gaat worden. Etienne Vermeersch heeft daar recentelijk een interview over gegeven: “Euthanasie bij levensmoeheid komt er. Gegarandeerd.”

Tot besluit: een mens lijdt het meest door wat hij vreest. Door de angst voor lijden dat wellicht nooit komt. Angst die zijn leven kan tekenen. Heel veel onrust kan voorkomen worden door mensen die met angst leven goed te informeren. Eenmaal goed geïnformeerd is er voor angst vaak geen plaats meer.

Mireille Fourneau en Rita Goeminne
Redactieraad RWS

  1. de jurisprudentie: uitspraken van rechters waaruit blijkt hoe ze denken over de toepassing van bepaalde wetten.
  2. Boudewijn Chabot: is een Nederlandse psychiater-psychotherapeut die bekendheid kreeg vanwege zijn betrokkenheid in de maatschappelijke discussie omtrent het zelfgekozen levenseinde.
  3. Heringa: Albert Heringa (74) die zijn 99-jarige moeder in 2008 hielp met sterven toen een arts haar uitzichtloze lijden niet wilde beëindigen.

Oproep om mee te werken aan een film over voltooid leven

Nederlandse filmmakers zoeken respondenten voor de ontwikkeling van een nieuwe Nederlandse speelfilm over de belevingswereld omtrent een voltooid leven (zelf-geregisseerd levenseinde) en de invloed van zo’n keuze op de omgeving en (toekomstige) nabestaanden.

De makers

Mijn naam is Floor van der Meulen ik ben filmregisseur en ontwikkel deze speelfilm samen met scenarioschrijver Bastiaan Kroeger, filmproducent Derk-Jan Warrink van Keplerfilm, met steun van het Nederlands Filmfonds.

Als makers streven we naar een waarachtige en integere film, die gebaseerd is op diepgaande research. De film, ondanks dat het fictief drama is, moet een weerspiegeling zijn van de huidige maatschappij waar wij in leven. In het kader van research en de ontwikkeling van de film spreken of ontmoeten wij graag mensen die hun ervaringen (anoniem) willen delen. Mensen op wie één van de volgende situaties van toepassing is:

  • Een familielid heeft aangegeven dat hij/zij het leven als voltooid ervaart en kiest voor een zelf-geregisseerd levenseinde in de (nabije) toekomst.
  • U bent recent een familielid of goede kennis verloren door een zelf-geregisseerd levenseinde.
  • U beschouwt uw leven als voltooid en kiest voor een zelf-geregisseerd levenseinde en hebt uw naasten dit ten gehore gebracht.

In alle drie de gevallen, zijn wij voor dit specifieke drama, opzoek naar (relatief) gezonde mensen die hun leven als voltooid beschouwen. Dus enkel wat ouderdomskwaaltjes, het vooruitzicht op afhankelijkheid, eenzaamheid, ect. Maar niet chronische depressies, borderline, dementie of andere zwaardere motieven.

Mocht u geïnteresseerd zijn en voldoet u aan de bovengenoemde criteria, kunt u contact opnemen via volgend emailadres: fvdmeulen@me.com

Bij voorbaat dank, wij vinden uw bijdrage aan de ontwikkeling van een waarachtige film zeer betekenisvol. Zonder u geen film.
Floor

Nederland spil bij humane zelfdoding

Artikel uit het NRC, 14 oktober 2017: Mensen die willen sterven op een zelfgekozen moment en zonder arts, gaan wereldwijd op zoek naar een dodelijk middel. NRC volgt hun spoor.

Dodelijk poeder in een feestelijke envelop

Mensen die willen sterven op een zelfgekozen moment en zonder arts, gaan wereldwijd op zoek naar een dodelijk middel. NRC volgt hun spoor, van een woonboot in Noord-Holland tot in Peru.

De eigenaar van de kleine dierenspeciaalzaak heeft zijn vettige haren bijeengebonden in een dun staartje. Zijn winkel zit aan een druk verkeersknooppunt in Lima, de hoofdstad van Peru. Op straat worden gepofte maiskolven, broodjes kip en versgeperste ananassapjes verkocht, binnen hangen hondenriemen aan het plafond en staan grote zakken met granen en zaden over de vloer verspreid. Achter de balie staat een kleine televisie. Die gaat iets harder als de clip van een Peruaanse klassieker voorbijkomt.

De oranje-witte doosjes staan achterin. De meeste winkeliers keken verschrikt op als ze ernaar gevraagd werden. Bij één hing een briefje aan de muur, speciaal voor toeristen: dit wordt niet verkocht.

Maar deze man schuift het doosje over de balie en tikt hard op zijn rekenmachine. 45 Peruaanse Sol: 11,50 euro.

„Caballero”, zegt hij. „Wil je niet méér flesjes?”

Het is volgens de verpakking een verdovingsmiddel voor katten, paarden, runderen, schapen, varkens en Zuid-Amerikaanse kameelachtigen als de alpaca, dat normaal gesproken wordt gekocht door dierenartsen. Maar dat is niet de reden dat mensen van over de hele wereld naar deze straathoek in Lima komen. Het middel bevat de werkzame stof die Nederlandse artsen bij een ‘officiële’ euthanasie gebruiken.

Anders gezegd: het drankje kan mensen een ‘vredig’ en ‘pijnloos’ levenseinde bezorgen, zonder tussenkomst van een arts.

Wereldwijde handel

Peru is slechts één van de plekken waar zo’n soort middel te verkrijgen is. In verschillende Zuid-Amerikaanse landen zijn drankjes te koop, via een speciaal e-mailadres kan een zak poeder uit China worden besteld en vanuit Mexico komen poeders en pillen. De verkoopadressen, wereldwijd ongeveer 30 fysieke adressen en meerdere e-mailadressen voor een postorderservice, zijn opgesomd in het Peaceful Pill Handbook. Dat is het standaardwerk over ‘humane zelfdoding’ van de Australische ex-arts Philip Nitschke. Over de hele wereld sterven mensen met hulp van de informatie uit zijn boek.

Ook in Nederland. Uit een voorzichtige schatting die dit jaar in de derde evaluatie van de euthanasiewet stond, overleden in 2015 ongeveer 280 mensen door zelfdoding met middelen die ze hebben opgespaard of in het buitenland hebben gekocht. Meer recente cijfers zijn er niet.

Volgens de euthanasiewet (2002) moeten twee artsen onafhankelijk van elkaar constateren dat de patiënt ‘uitzichtloos’ en ‘ondraaglijk’ lijdt voordat euthanasie uitgevoerd mag worden. Maar een groep die vooral bestaat uit ouderen neemt het levenseinde in eigen hand. Naast onze wettelijk geregelde euthanasiemogelijkheden is er een sluiproute ontstaan die de controle door medici omzeilt.

Het fenomeen heeft zich diep genesteld in de samenleving. Grote belangenverenigingen voor euthanasie zijn deze mensen gaan helpen. Hun leidraad is het boek Uitweg van ouderenpsychiater Boudewijn Chabot (meer dan 21.000 exemplaren verkocht), dat zeer expliciet beschrijft hoe zelfdoding gepleegd kan worden met zelf verworven middelen. In Uitweg staat niet waar de euthanatica te koop zijn; daarvoor raden belangenverenigingen Nitschkes Peaceful Pill Handbook aan.

Ook de invloedrijke Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), met 167.000 leden ook de grootste, heeft het omarmd. Jarenlang wilde de vereniging het boek – evenals Uitweg – niet aanraden, omdat wettelijk geregelde euthanasie via een arts het uitgangspunt was. Nu is dat anders. Als mensen bellen met vragen over ‘zorgvuldige zelfdoding’, verwijst de NVVE standaard naar het handboek van Nitschke. Dat gebeurde in de eerste zes maanden van dit jaar ruim 300 keer. Bijna 70.000 mensen zochten via de NVVE-website naar informatie over ‘humane zelfdoding’.

Zo is in Nederland een beweging ontstaan van ongeveer 60 ‘levenseindebegeleiders’, van wie 44 werkzaam namens de NVVE, die een verwijzing naar het handboek hebben opgenomen in hun standaard werkwijze.

Nederland heeft zich de afgelopen jaren bovendien ontwikkeld tot de spil van Philip Nitschkes internationale beweging, die ‘humane zelfdoding’ propageert. Zijn handboek wordt gezet en gebonden in een Nederlandse drukkerij. De Nederlandse vertaling komt vermoedelijk nog dit jaar uit. En sinds twee jaar stuurt Nitschke zijn beweging aan vanuit een woonboot in de buurt van Haarlem. Waar precies mag niet bekend worden; Nitschke is in het verleden meer dan eens bedreigd.

Het Openbaar Ministerie (OM) en de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ, voorheen Inspectie voor de Gezondheidszorg) kennen de werkwijze van Nitschke. Zij laten hem met rust.

Noord-Holland: de woonboot van Dr. Death

In de deuropening van zijn woonboot verschijnt Philip Nitschke (70) in een blauw-wit geruit overhemd, een donkerblauw pochet in de borstzak. Hij woont hier nu twee jaar, samen met zijn vrouw Fiona Stewart (51). Aan tafel, achter een laptop met sticker van zijn stichting Exit International (opschrift: ‘I’d rather die like a dog’) praat hij luchtig, veel grapjes makend, met een vet Australisch accent. Gaat hij koffie zetten of naar de wc, dan kletst hij gewoon door.

Philip Nitschke


Vanaf hier heeft Nitschke contact met mensen over de hele wereld, die hij advies geeft over levensbeëindiging. In ieder land is de wetgeving over euthanasie en zelfdoding anders, maar altijd balanceert hij op de grens van ‘hulp bij zelfdoding’, wat bijna overal strafbaar is.

In de wereld van euthanasie is hij even beroemd als berucht. In september 1996 werd hij de eerste arts ter wereld die betrokken was bij een legale euthanasie, toen hij die toepaste bij zijn terminaal zieke Australische patiënt Bob Dent. Dat was mogelijk door de Rights of the Terminally Ill Act, die even daarvoor was aangenomen in het Australische Noordelijk Territorium. Nitschke had zich voor die tijd al uitgesproken als groot voorstander van euthanasie. Toch deed het hem veel. „Ik was doodsbang”, zegt hij. „Voelde me een bloody executioner.”

Drie andere euthanasiegevallen volgden. Tot dan toe had hij drugsverslaafde jongeren behandeld, en hij was van plan dat werk weer op te pakken – andere artsen mochten de euthanasie overnemen. Tot de federale overheid nog geen half jaar later een streep zette door de regionale euthanasiewetgeving.

Toen begonnen de telefoontjes. Tientallen mensen die advies wilden over een pijnloos levenseinde. Ineens was hij dé euthanasievoorvechter van Australië. Hij zag het als een uitdaging en nam die aan.
Hij reisde Australië rond om in gesprek te gaan met ouderen en vertrok naar Mexico nadat hij had gehoord over een daar verkrijgbaar middel waarmee mensen pijnloos een einde aan hun leven konden maken. Hij noteerde namen van winkels en verkopers en adviseerde mensen erover. Sommigen reisden af om het spul te kopen. Het werd zijn levensdoel: mensen helpen op een ‘humane manier’ te sterven.

Pil van Drion

De opkomst van Philip Nitschke als activist van het zelfgekozen levenseinde hangt nauw samen met de euthanasiediscussie in Nederland. Kort nadat hij voor de eerste keer euthanasie had toegepast, las hij een vertaling van een artikel dat jurist Huib Drion in 1991 schreef in NRC Handelsblad. Daarin pleitte de voormalig vicepresident van de Hoge Raad voor een middel waarmee ouderen zelf uit het leven zouden kunnen stappen „op het moment dat hen dit […] passend voorkomt”.

Zijn idee, bekend geworden als de ‘Pil van Drion’, is nooit ten uitvoer gebracht. Maar Nitschkes handboek komt in de buurt.

„Ik was zeer onder de indruk van dat artikel”, zegt Nitschke. Hij stuurde de jurist een brief met de vraag of hij langs mocht komen. Hij laat een foto zien van hun ontmoeting in 1997, in Drions huis in Den Haag. Daar betoogde Drion dat het zelfgekozen levenseinde in zijn visie een recht is, geen privilege dat een dokter moet verlenen. Nitschke was geraakt. Die Nederlandse jurist zei precies wat hij voelde.

Langzaam keerde Nitschke zich daarna tegen betrokkenheid van artsen bij euthanasie, ook al was hij zelf zo’n arts geweest. Het handboek was een idee van zijn geliefde. Zij, Fiona Stewart, reist nu door Europa om contact te onderhouden met mensen die werken aan de vertalingen in het Duits, Spaans, Frans, Italiaans en Nederlands. Nitschke geeft over de hele wereld workshops en is vaak op pad om te controleren of de verkoopadressen uit hun boek nog open en betrouwbaar zijn.

Het stel leeft van de inkomsten van hun boek. Ze willen niet zeggen hoeveel ze er precies aan verdienen, of hoeveel boeken ze verkopen. Wereldwijd hebben zo’n 20.000 mensen een abonnement op de online versie (bijna 70 euro), die steeds wordt ververst met nieuwe adressen en ontwikkelingen in de wereld van ‘humane zelfdoding’.

In de eerste versie van het Peaceful Pill Handbook, uit 2006, stonden geen adressen van euthanatica-leveranciers. Er stond wel in dat mensen in Mexico terecht konden. Bestellen via internet, nu zeer populair, kon nog niet. China was voor dit doel nog niet ontdekt, net zo min als Peru en andere Zuid-Amerikaanse landen. Nitschke organiseerde reizen naar Mexico, waar de middelen werden ingeslagen.

Hij kreeg vijanden. In Australië en Nieuw-Zeeland werd zijn boek direct verboden door de overheid. De pro life-beweging en christelijke groeperingen zetten hem onder zware druk – van hen komt de bijnaam Dr. Death. Bijna altijd werden felle protesten georganiseerd als hij ergens kwam spreken. In Dublin, 2011, stond een groep demonstranten met grote kartonnen borden: ‘Lock up your grannies. Dr. Death is here’. In hun thuisland was de druk op Nitschke en Stewart uiteindelijk zo groot, dat ze twee jaar geleden besloten te verhuizen.

Het echtpaar houdt van het uitzicht op de weilanden en de rust in hun Noord-Hollandse woonplaats. Natúúrlijk werd het Nederland. Geen land ter wereld, vinden zij, heeft zo’n „fantastische” reputatie op het gebied van euthanasie. „Daar moeten jullie echt trots op zijn”, zegt Nitschke een paar keer. Belangrijker nog: hier zijn ze verzekerd van steun door belangenverenigingen en zijn er levenseindebegeleiders die hun boek hebben omarmd. Nitschke: „Zo’n sterk netwerk, dat is voor ons geweldig.”

Velp: praktijk van de levenseindebegeleider

In het kantoor van dr. Ton Vink (64), gepromoveerd filosoof, staan drie grote multomappen in een blankhouten kastje. Dossiers van overledenen. Hij zit aan een tafeltje in de werkruimte, op de eerste verdieping van zijn woonhuis in Velp. Al vroeg in het gesprek pakt Vink het Peaceful Pill Handbook van Philip Nitschke uit zijn tas. Het speelt een centrale rol in zijn werk.

Vink, een praatgrage man met een vrolijke uitstraling, begeleidt sinds twintig jaar mensen in hun laatste levensfase. ‘Levenseindecounselor’ noemt hij zichzelf. Vroeger had hij vooral gesprekken over levensvragen waarmee zijn cliënten worstelden in hun laatste fase. De zin van het leven, angst voor de dood, het hiernamaals.

Dat evolueerde tot een praktijk waarin hij mensen informeert over hoe ze hun eigen levenseinde kunnen regisseren (voor 150 euro per consult). Hij stelt zich op als onafhankelijk adviseur – zodra mensen beginnen over psychische klachten, zegt hij hen aan te raden ook een psychiater te bezoeken. Mensen vertrekken na een consult ook vaak met een verwijzing naar de adressen om euthanatica te kopen uit het Peaceful Pill Handbook.
Ook Vink balanceert op de grens van de niet-toegestane hulp bij zelfdoding. Het Openbaar Ministerie heeft als uitgangspunt, zo laat de instantie weten, dat het verstrekken van algemene informatie over zelfdoding of het bieden van morele steun niet strafbaar is. Mensen verwijzen naar het Peaceful Pill Handbook, of Uitweg, mag. Alles wat verder gaat, kan strafbaar zijn. Het importeren van euthanatica mag niet: hiervoor kan in het uiterste geval een gevangenisstraf van zes jaar worden opgelegd. Dat gebeurde, voor zover bekend, nog nooit.

Eén keer botste Vink hard met justitie. In 2007 eiste het OM acht maanden cel (waarvan vijf voorwaardelijk), omdat hij bij een counseling ‘sturend’ zou hebben opgetreden. Hij zou een cliënt te gedetailleerde instructies hebben gegeven. De rechter sprak hem vrij: hij kreeg „het voordeel van de twijfel”. Tegenwoordig zou zo’n aanklacht sowieso geen stand houden, denkt Vink. „De informatie die ik geef is nu zo publiekelijk verkrijgbaar… Ik beschik nergens over, behalve over ervaring.”

Informatie over adressen waar euthanatica te krijgen zijn, geeft Vink pas na een uitgebreid gesprek – het liefst in aanwezigheid van familie of vrienden.

Ton Vink heeft alles meegemaakt.

Mensen met beginnende dementie die uit het leven willen stappen voordat ze hun geliefden niet meer herkennen. Jongeren met psychische problemen die samen met hun ouders op consult komen. Er komen ook wel eens telefoontjes vanaf een gesloten ggz-afdeling, van mensen die niet verder willen. Daar trekt Vink een grens: hij begeleidt alleen mensen die over zichzelf kunnen beschikken.

Hij adviseert ongeveer 120 mensen per jaar en schat dat een op de tien uiteindelijk kiest voor ‘humane zelfdoding’. De meeste ouderen, zegt hij, willen helemaal niet meteen dood. Ze willen iets in hun medicijnkastje hebben voor het geval dat. Hij denkt dat die groep groeit.

De gesprekken besluit Vink altijd met hetzelfde verzoek: of hij een rouwkaart kan krijgen als er voor zelfdoding gekozen is, en of de naasten hem kunnen vertellen hoe het is gegaan. Als er een kaart in de brievenbus valt, stopt Vink die bij het dossier en bergt hij dat op in een van de multomappen.

Rotterdam: de uitwerking van de middelen

Ruim anderhalf jaar geleden kwam er zo’n rouwkaart, uit Rotterdam. Op voorwaarde van anonimiteit wil een nabestaande, haar schoonzoon, aan NRC erover vertellen. De vrouw overleed met poeder dat ze zelf in China bestelde. De import en het bezit van dat poeder zijn illegaal en de schoonzoon wil er geen last mee krijgen. De naam van de man is bekend bij de redactie, zijn verhaal wordt ondersteund door enkele documenten en door twee andere betrokkenen – met hen sprak NRC ook. De man vertelt met een kop koffie, op een gemakkelijke stoel, in een café op Rotterdam Centraal.

Zijn schoonmoeder was altijd huisvrouw geweest. Had een jaarkaart bij alle culturele instellingen in de stad, was betrokken bij wijk- en buurtcomités. Haar man was al jaren geleden overleden. Toen ze de tachtig had gepasseerd, werd ze slecht ter been, raakte snel vermoeid, kon niet meer naar het theater. Wegens incontinentie wilde ze ook minder vaak de deur uit. Ze vroeg haar huisarts of hij open zou staan voor euthanasie. Dat was niet het geval – hij is rooms-katholiek.

Haar schoonzoon legde contact met Ton Vink. Die stapte op de trein naar Rotterdam en praatte ruim drie uur met het gezin in de kleine aanleunwoning van de vrouw. Haar dochter en schoonzoon waren erbij.

Vink vertelde gedetailleerd wat ze te wachten stond. Hoe een bestelling in China zou verlopen, waar ze op moest letten bij het innemen van het middel. Na anderhalf uur viel de vrouw in slaap; Vink vertelde de rest aan haar dochter en schoonzoon.

Het poeder kwam in een dikke envelop en kostte 400 dollar. De Chinese afzender had gedaan alsof het ging om pigment, bedoeld voor een timmer- en schilderbedrijf. In de envelop zaten gestempelde papieren met certificaten die de echtheid van het ‘pigment’ bevestigden. Het spul ging de medicijnkast in. Het duurde een jaar voor de vrouw besloot uit het leven te stappen.

Dat was op een zaterdag. Dochter en schoonzoon kwamen naar de aanleunwoning. Er werden grapjes gemaakt – ze waren altijd vrolijk en ontspannen met elkaar omgegaan. Aan het eind van de middag bestelden ze eten van de Chinees, haar favoriet. Ze haalden herinneringen op, keken nog wat televisie. Totdat schoonmoeder zei: ik wil naar bed. Dat was rond 21.00 uur. Ze poetste haar kunstgebit en ging liggen.

Het poeder uit China ging door een kom vanillevla. In een paar happen was het weg. Ze had nog zin in een peukje, zei ze. Dochter zei: ma, roken in bed, dat doen we niet. Er werd gelachen. Ze fluisterden tegen elkaar. Ga maar, ik hou van je. Toen viel de vrouw in slaap. Twintig minuten later was er geen hartslag meer.
Dochter en schoonzoon liepen gearmd de woonkamer in. Wat een sterk wijf, zeiden ze tegen elkaar. Op de bank rookten ze een sigaretje. Toen belde hij naar de huisartsenpost. „Mijn schoonmoeder is overleden. Het was geen natuurlijke dood, het gaat om een zelfeuthanasie.”

Er kwam een politieauto. Drie agenten. Ze wilden geen koffie.

In een op tafel achtergelaten brief had de vrouw geschreven dat ze „zelfeuthanasie” had gepleegd, dat ze niet was geholpen en dat het een vrije keuze was. Schrijf dat maar op in een paar mooie volzinnen, had Ton Vink aangeraden. Dochter en schoonzoon vertelden de agenten het verhaal. De schouwarts kwam om het lichaam te onderzoeken – dat is de normale praktijk, blijkt uit navraag bij Openbaar Ministerie en het Forensisch Medisch Genootschap.

Vanuit de woonkamer konden de twee horen dat de schouwarts en de agenten met elkaar overlegden. Spannend, want het poeder was illegaal aangeschaft. En: als de agenten zouden denken dat ze geholpen hadden bij het innemen van het middel, konden ze in de problemen komen. Het is de taak van de schouwarts om verslag uit te brengen aan de officier van justitie.

Het was bijna 03.00 uur ’s nachts toen de agenten naar de deur liepen. Op dat moment kreeg het stel een hand: „Gecondoleerd met uw verlies”. Een uur later kwam de lijkwagen. De begrafenisonderneming liet een witte roos achter op het bed.

Van het Openbaar Ministerie werd nooit meer iets vernomen.

Op de begrafenis vermoedden veel mensen wat er was gebeurd, maar niemand wist het zeker. Alleen de kinderen en schoonzoon van de vrouw waren op de hoogte. Op de rouwkaart stond alleen dat ze „in alle waardigheid” was gestorven. Later vertelden ze het aan een paar vrienden. Met weinig details, want ze merken dat het voor sommige mensen gevoelig ligt. Maar altijd zeggen ze: een mooiere dood, dat is voor ons niet denkbaar.

Ton Vink kreeg niet veel later bericht van het overlijden. Dat vindt hij „prettig”. Het is, vertelt hij, voor hem de verzekering dat de middelen uit de bronnen die hij aanraadt ook echt werken.

Poeder in de kelder

Want in deze schaduwwereld bestaat de angst voor een ander scenario. In het boek Uitweg wordt een aantal gevallen (uit binnen- en buitenland) beschreven van mensen die niet overleden na het innemen van dodelijke middelen, of een zeer pijnlijke dood stierven. Het gaat daarbij niet om de middelen uit het Peaceful Pill Handbook en het ging altijd om mensen die fouten maakten bij de uitvoering.

Toch knaagt de twijfel aan Jannes H. Mulder (77), een gepensioneerd oncoloog die zelf als arts meerdere keren betrokken was bij een euthanasie. Van 1987 tot 2005 was hij topambtenaar op het ministerie van Volksgezondheid. Hij werkte er nog onder D66-minister Els Borst, die de Euthanasiewet invoerde.

Mulder zit aan een tafeltje in het café van de Kunsthal in Rotterdam en haalt een dikke envelop, afgestempeld in een Chinese miljoenenstad, uit een linnen tasje.

De kaart in de envelop is vermomd als feestdagenkaart – „Happy Holidays” staat erop, en er zit een matroze kaart in, met bloemen erop. Daaraan vastgeplakt een stevig plastic zakje met een aanzienlijke hoeveelheid wit poeder. Het poeder komt van een leverancier die in het Peaceful Pill Handbook staat.

Het is voor twee personen, merkt Mulder droogjes op. Het ligt al een paar jaar in de kelder. Mulder en zijn vrouw willen het nog helemaal niet gebruiken; ze genieten volop van het leven en zijn in goede gezondheid. Maar ze zouden wel graag zeker weten of het werkt. Dat anderen vredig zijn gestorven met spullen van dezelfde leverancier zegt niets over de inhoud van dit zakje poeder, vindt hij. „Ik wil dit zelf doen. Maar ik wil geen verschrikkelijke dood riskeren.”

Garanderen de middelen van leveranciers uit het Peaceful Pill Handbook een snelle en pijnloze dood? Niet alleen de kopers willen dat weten; ook voor belangenverenigingen en levenseindebegeleiders is dat cruciaal.

Zelf weten de levenseindebegeleiders meestal niets over de leveranciers van de euthanatica. De identiteit van de Chinese leverancier, de populairste verkoper voor de Nederlandse markt, is volkomen onbekend. De levenseindebegeleiders hebben zelf nooit de chaotische dierenspeciaalzaken bezocht in Peru of andere Zuid-Amerikaanse landen waar het middel wordt verkocht. Kortom: hun reputatie en geloofwaardigheid leunen volledig op de betrouwbaarheid van het handboek.

Zaandam: geheime tests in een laboratorium

De oplossing is even simpel als onmogelijk: de pillen, poeders en drankjes laten testen op zuiverheid. Doordat het importeren en in bezit hebben van de dodelijke middelen illegaal is, kunnen ze niet worden aangeboden bij laboratoria. De levenseindebegeleiders en hun klanten moeten het doen met verhalen van nabestaanden.

Toch is er in het verleden een geheime oplossing gevonden. Een laboratorium in Nederland bleek bereid om dodelijke middelen te testen op zuiverheid. Wie als eerste ontdekte dat dit laboratorium dat wilde doen, is niet meer te achterhalen. Wél is duidelijk dat belangenverenigingen er gretig op in sprongen. Stichting De Einder liet leden er middelen uit het buitenland testen, en ook de invloedrijke NVVE verwees leden tussen 2010 en 2013 via een aanvraagformulier op de website naar dit laboratorium. De leden konden hun illegaal ingeslagen middelen dan zelf laten testen. De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en Openbaar Ministerie (OM) grepen niet in.

Het bewuste laboratorium, van de firma Farmalyse, stond op een anoniem bedrijventerrein aan de rand van Zaandam. In dit grijze gebouw kwamen regelmatig poeders en pillen binnen van NVVE-leden. Op het formulier dat ze op de NVVE-website konden downloaden, lazen ze dat „slechts één tablet of capsule” opgestuurd hoefde te worden. En, vetgedrukt: „Spoedaanvragen kunnen niet in behandeling worden genomen!!”

De NVVE-leden stuurden het spul zelf op. Het laboratorium verzamelde de ‘NVVE-klanten’ op een centrale plek. Eén keer per zes weken werden de middelen getest. Het resultaat van de analyse ging, met de factuur (120 euro), naar de individuele NVVE-leden. De proefmonsters zelf verdwenen in de prullenbak.

„Conform”, staat op een ‘certificate of analyses’ dat NRC in bezit heeft. Het is gedrukt op wit papier met een blauw watermerk van het bedrijf.

„Dat betekent dat het goed spul is. Hartstikke zuiver”, zegt Ruud Santing. Hij is directeur van Eurofins Sinensis, het bedrijf dat Farmalyse overnam in 2012. Hij bevestigt dat Farmalyse voor NVVE-leden zelfdodingsmiddelen heeft getest. Dat mocht het bedrijf, omdat het een vergunning had voor het testen van farmaceutische middelen. Hoeveel monsters zijn getest, kan Santing niet meer achterhalen. Zijn bedrijf stopte al snel na de overname met de tests, vertelt hij. Santing wilde niet dat de naam van zijn bedrijf verbonden zou worden aan het testen van dit soort middelen. „Dit spul mag niet zomaar geïmporteerd worden. Het kwam op een te duistere manier bij ons terecht.”

De Farmalyse-tests hebben levenseindebegeleiders veel rust gegeven. Veel van de middelen die toen zijn getest, komen van een Chinese leverancier die nog altijd actief is. Door de oude tests van Farmalyse, en doordat over het Chinese poeder nooit klachten zijn gekomen van nabestaanden, is het vertrouwen in dit product groot. Er is op dit moment een Spaans laboratorium dat dezelfde tests uitvoert, maar importeren en exporteren van de middelen blijft strafbaar.

Opmerkelijk is dat OM en IGJ nooit actie hebben ondernomen tegen de tests die Farmalyse uitvoerde, terwijl bijvoorbeeld de NVVE daar toch vrij openlijk over communiceerde met leden. De IGJ zegt niet op de hoogte te zijn geweest: „Als we dit hadden geweten, hadden we ingegrepen.” Het OM wil niet zeggen of ze van de tests wisten. Wel laten beide instanties weten dat het op dit moment verboden is om euthanatica te laten testen in Nederland. Een IGJ-woordvoerder voegt toe: „Wij hebben weet van één geval waarin een monster aan een lab is aangeboden. Dat is niet getest en vervolgens aan ons overhandigd en vernietigd.”

Xtc-tests

Door de jaren heen zijn het OM en de IGJ tot in detail op de hoogte gesteld van de wereld van ‘humane zelfdoding’. Binnen beide instanties is er tot op hoog niveau over gesproken en er is altijd contact geweest met prominente levenseindebegeleiders die met het Peaceful Pill Handbook werken. In 2012 werd stichting De Einder bij het OM uitgenodigd om over het onderwerp te komen praten. Bij dat gesprek schoof Herman Bolhaar aan, de toenmalige baas van het OM. Drie jaar later was er opnieuw zo’n gesprek bij het OM, net als die er met de Inspectie waren in 2012 en 2014.

Levenseindebegeleiders pleitten tijdens die gesprekken voor het gedogen van euthanatica-tests, naar het voorbeeld van xtc-tests door de GGD of de Jellinek kliniek. Bezit, import en verhandelen van xtc is ook verboden, maar met het oog op de volksgezondheid wordt wél toegestaan dat de drugs worden getest. Het pleidooi had geen succes. Het OM, zegt een woordvoerder, wil het testen van euthanatica niet gedogen.

Wel had het OM volgens een woordvoerder „begrip” voor klachten over de ‘bejegening’ van nabestaanden. Die schrikken nogal eens als agenten met zwaailicht en al ter plaatse komen na de melding van een niet-natuurlijke dood. Of dat niet rustiger kon, vroegen de belangenverenigingen zich af. Over de bejegening van nabestaanden werd, zeker in 2012, bij het OM ook gesproken in een periodiek overleg van medisch officieren van justitie. En al zegt het OM geen „concrete maatregelen” te hebben genomen na dit overleg, levenseindebegeleiders merken sindsdien dat nabestaanden minder vijandig worden behandeld.

Dat levenseindebegeleiders überhaupt spraken met de top van het OM en inspecteurs van de IGJ over ‘humane zelfdoding’ is niet vanzelfsprekend. Andere landen zijn veel strenger. In Australië en Nieuw-Zeeland is de aanschaf van het Peaceful Pill Handbook verboden, al is dat in de praktijk moeilijk te handhaven. Volgend jaar begint in Nieuw-Zeeland een rechtszaak tegen een coördinator van Nitschkes stichting Exit International, die ervan wordt verdacht ‘hulp bij zelfdoding’ te hebben verleend. Een veroordeling zou een precedent kunnen scheppen, waardoor meer van Nitschkes medewerkers in de problemen zouden kunnen komen. Hij is erg ongerust over de zaak.

In verschillende landen viel de politie vorig jaar nog binnen bij mensen die dodelijke middelen hadden besteld via adressen uit het handboek. Zij waren allemaal lid van Philip Nitschkes stichting. De invallen waren in Australië, Nieuw-Zeeland en Canada. In het Verenigd Koninkrijk deed de politie een inval bij een 81-jarige oud-professor. De vrouw had met hulp van Nitschke middelen gekocht in Mexico, maar moest die inleveren. Een paar weken later werd zij dood aangetroffen: de politie had niet alle euthanatica gevonden. Het is niet bekend hoe de politie wist dat de oud-professor het spul in huis had.

In landen waar de euthanatica worden verkocht, onderneemt de overheid soms ook actie. In Peru waarschuwde het ministerie voor Volksgezondheid vier jaar geleden al voor ‘euthanasietoerisme’. Het euthanaticum is in het streng katholieke land nog steeds vrij verkrijgbaar als dierengeneesmiddel, zo ondervond NRC. Toch wil de overheid liever niet dat winkeliers het nog verkopen aan toeristen.

Waar gebruikers van het Peaceful Pill Handbook vooral willen weten of de middelen wel werken, zijn overheden en critici geïnteresseerd in een heel ander gevaar: hoe voorkom je dat euthanatica in handen vallen van zeer kwetsbare mensen?

Peru: de verleiding van sterven in Cuzcos

In het centrum van Cuzco, Peru, hakt de slager een enorm koeienkarkas in tweeën. Lappen vlees liggen uitgestald op krukjes voor de winkel. Oude vrouwtjes in traditionele Inca-klederdracht verkopen sponsjes, deodorant en zakjes met nootjes. De eerste uitlopers van het Andes-gebergte torenen uit boven de roetwolken van de bussen.

Cuzco, de oude hoofdstad van het Inca-rijk, heeft in Peru een reputatie als sjoemelstad. Op straat worden fluisterend allerlei soorten drugs en massages aangeboden. Aan toeristen en Peruanen, dat maakt niet uit. In de straat waar Peruanen hun boodschappen doen, ligt de ene na de andere agroveterinaria – dierenspeciaalzaak. De oranje-witte doosjes met het middel dat als euthanaticum kan worden gebruikt, zijn eenvoudig te herkennen achter de glazen vitrines. En hoewel sommige winkeliers buitenlanders direct wegsturen als ze naar het middel vragen, hebben de waarschuwingen van de Peruaanse overheid lang niet overal geholpen.

„Ja, ik weet waarvoor mensen dit middel gebruiken, claro, maar ik verkoop het gewoon”, zegt Alex Ramos achter de balie van zijn dierenwinkel. Hij werkt er drie jaar en is al langer nieuwsgierig naar de toeristen die juist dit flesje willen kopen. Hij glimlacht als hij hoort dat zijn winkel in het Peaceful Pill Handbook staat. „Dat verklaart veel.”

Ruth, een oudere vrouw met een haarband en bruine tanden die verderop achter de balie van een winkel staat, schrikt. Ze had geen idee dat haar kleine winkeltje in het boek over euthanasie staat. Ruth, die haar achternaam niet wil geven als ze hoort waar het over gaat, snapt ineens waarom toeristen zo vaak naar het dierenmedicijn vragen. Ze gaat haar baas zeggen het niet meer in te kopen: „Aan dit soort praktijken willen wij niet meewerken.”

Aan de gevel van hostel Kurumi, aan de andere kant van de stad, hangt de Peruaanse vlag. Het is twee jaar geleden dat een 21-jarige Canadese hier verbleef. Ze heette Roma Nadeem en was een populaire student aan de McGill University van Montreal. Mary, de eigenaresse van het hostel, herinnert zich haar goed. Ze kwam haar kamer nauwelijks uit, alleen om te douchen of te ontbijten. De hosteleigenaresse wil geen achternaam geven, omdat de politie haar heeft opgedragen met niemand over de zaak te praten.

Op een ochtend kwamen kamergenoten van Roma naar de receptie. Ze sliepen met acht vrouwen op een zaal en Roma werd niet wakker. Er staan flesjes naast haar bed, zeiden de vrouwen. Het hotelpersoneel ging naar boven, schudde Roma door elkaar. „Maar ze werd niet meer wakker”, zegt Mary, die erbij was.

De politie kwam en droeg het lichaam naar buiten. De familie werd geïnformeerd. Later maakte de politie via de Peruaanse krant El Comercio bekend dat de Canadese zelfmoord had gepleegd. Ze leed aan depressies. Ze gebruikte de middelen die in het handboek worden aangeraden.

Deze vrouw is niet de enige die met deze middelen zelfmoord pleegde in Peru. Een 36-jarige Nieuw-Zeelander deed een paar weken later hetzelfde, in een ander hotel in Cuzco. Eind juni van dit jaar werden een 80-jarige Nieuw-Zeelander en zijn 79-jarige Australische vrouw gevonden, hand in hand op het bed van een exclusief hotel in Lima.

Die berichten heeft Mary nooit gelezen. „Dus het was geen toeval”, fluistert ze, verbijsterd. Mary wist ook niet dat het middel in haar stad te koop is. Ze zegt: „Dat zou toch niet moeten kunnen, als je ziet wat hier is gebeurd.”

Eigen regie

Philip Nitschke, schrijver van het Peaceful Pill Handbook schrikt van het verhaal over de 21-jarige Canadese. „Wow”, zegt hij, en hij valt even stil. Dan begint hij vragen te stellen: „Wanneer was dit? Hoe heette ze?”

Het doet Nitschke denken aan de situatie rond de Australische Erin Berg (39). Jaren geleden leende zij in de lokale bibliotheek een ander boek van Nitschke: Killing Me Softly. Daar stonden geen adressen in, alleen een verwijzing naar Mexico als land waar euthanatica te koop zijn. Berg reisde af naar dat land en pleegde er zelfmoord. Ze was moeder van vier kinderen en worstelde met een postnatale depressie. Haar familie protesteert al jarenlang fel tegen Nitschkes werk. In Mexico werd het daarna voor toeristen moeilijker om aan het middel te komen. De politie ging strenger controleren.

Voelt Nitschke zich verantwoordelijk voor dit soort gevallen, waarbij jonge en kwetsbare mensen zichzelf van het leven beroven? Hij twijfelt even en zegt: „Je moet een balans vinden”. Hij vindt dat hij iets goeds doet voor de wereld. De afgelopen tien jaar, zegt hij, heeft zijn boek ervoor gezorgd dat „duizenden mensen”, vooral ouderen, over de hele wereld de mogelijkheid kregen vredig en pijnloos te sterven. Dat moet je er tegenover zetten, vindt hij. Hij weet zeker dat mensen door zijn boek langer leven, gerustgesteld door de pillen in hun nachtkastje. „Een grote groep mensen is enorm blij met de mogelijkheid die wij bieden.”

Nitschke weet het: de verhalen over zelfdodingen zijn de reden dat veel mensen pleiten voor betrokkenheid van een dokter in het proces van euthanasie – voor de veiligheid. Maar nee, dat idee heeft hij al lang geleden losgelaten. Adressen geheim houden terwijl mensen hun levenseinde in eigen hand willen nemen, „dat zou censuur zijn”. De prijs die je betaalt met een dokter in het euthanasieproces, vindt hij, is het verlies van de eigen regie. Die gedachte is voor hem vreselijk.

Philip Nitschke schuift wat met zijn telefoon, opent zijn laptop en klapt hem weer dicht. Hij zoekt naar woorden. „Ik wil geen nanny state, waarin burgers voor alles toestemming moeten vragen. Mensen willen dat niet.”

De vraag naar zijn boek groeit ieder jaar, zegt hij. „En weet je, de populatie wordt ouder”. Als mensen het spul kunnen krijgen, dan willen ze het. Zo simpel is dat, vindt hij. Hij kijkt recht vooruit: „Het levenseinde is je eigen zaak.”