Wat het gezondheidsrecht van onze consulenten vergt

U draagt autonomie en zelfbeschikking met betrekking tot uw levenseindekeuze hoog in het vaandel. En uw legitieme verwachting als u zich met het oog op een waardige en humane uitvoering daarvan tot een consulent wendt, is dat u op non-directieve wijze en wars van enigerlei paternalisme wordt tegemoet getreden.

Mooi niet als het aan het gezondheidsrecht ligt. Bij een begin dit jaar door het Openbaar Ministerie afgesloten onderzoek naar een voormalig counselor van De Einder, is de insteek niet artikel 294 Sr geweest (dat hulp bij zelfdoding verbiedt), maar de Wet BIG (Wet op de beroepen in de Individuele Gezondheidszorg).

Met een beroep op die wet is de Officier van Justitie nagegaan of de betrokken counselor strafbaar was omdat hij met zijn handelen schade aan de gezondheid van een cliënt had veroorzaakt dan wel de aanmerkelijke kans op schade op de koop toe genomen had. Het justitieel onderzoek heeft als uitkomst opgeleverd dat er geen strafbaar feit kon worden geconstateerd.

Wat was er gebeurd: de betrokken counselor had een cliënte die tegenover hem een depressie had voorgewend, op enig moment een adres verstrekt waar zij aan euthanatica kon komen. En het justitieel onderzoek dat volgde,  concentreerde zich rond de vraag of hij, alvorens dat adres te verstrekken, wel voldoende had gedaan om zijn cliënte op andere gedachten te brengen en/of haar had verwezen naar reguliere hulpverleners die haar zouden kunnen helpen bij haar (gesimuleerde) ernstige depressie.

Het onderzoek wees uit dat de betrokken counselor inderdaad naar zelfmoordpreventiediensten had verwezen evenals op behandelmogelijkheden in de reguliere zorg had gewezen. En ook dat hij duidelijk had gemaakt dat er alternatieven waren voor zelfdoding en er bij haar op had aangedrongen om daarvan gebruik te maken.

Wat leert dit alles? Dat u zich als hulpvrager die niets van directiviteit of (vermeende) aantasting van uw zelfbeschikkingsrecht wil weten, moet realiseren dat het gezondheidsrecht consulenten verplicht om het voornemen van hun cliënt vroeg of laat een humane dood in eigen regie te bewerkstelligen, in de eerste plaats met vragen en andere oplossingen tegemoet te treden. Consulenten mogen de door u gewenste autonomie en non-directiviteit niet van meet af aan voor de volle 100% voor lief te nemen: om niet strafbaar te zijn, is van belang dat de consulent nagaat of er alternatieven voor zelfdoding zijn en om, voor zover die alternatieven er zijn, u in overweging te geven daarvan gebruik te maken.

Afgezien van datgene waartoe het gezondheidsrecht de consulent verplicht, vergt ook de zorgvuldigheid van het gesprek dat de consulent u om verheldering vraagt van uw overwegingen en eveneens daarbij spelen alternatieven een rol.

Dus ergert u zich niet als onze consulent u niet meteen in het eerste – en wat u betreft: enige – gesprek het adres voor de door u gewenste euthanatica verstrekt en in de plaats daarvan uw geduld en zelfbeheersing beproeft door u doorheen een in uw ogen ‘directief’ en ‘paternalistisch’ traject te leiden.