Hoe omgaan met de doodswens van iemand in uw omgeving?
Met een doodswens waar niet over gepraat kan of mag worden, gaat het als met alles wat iemand voor zichzelf moet houden, het onderwerp gaat een steeds grotere plaats innemen in zijn gedachten. Denkt u maar aan het bekende “je mag niet aan een witte beer denken” en opeens duikt er telkens een witte beer op in uw gedachten, ook al wilt u dat niet.
Wat is eigenlijk een doodswens?
Wij allemaal denken weleens “ik kan net zo goed dood zijn” of “was ik maar dood” of “als ik nu een dodelijke ziekte zou krijgen, dan zou dat een mooie oplossing zijn”. Meestal zijn dit voorbijgaande gedachten die zich in moeilijke periodes in uw leven kunnen voordoen. Op het moment dat serieus gevraagd wordt “wil je werkelijk dood, dit leven achterlaten?” volgt het antwoord “nee natuurlijk niet, het was bij wijze van spreken, om duidelijk te maken hoe moeilijk de huidige situatie is”.
Bij mensen met een doodswens is de gedachte aan de dood niet een opkomende gedachte die weer voorbijgaat. Het is een gedachte die blijft hangen, weken, maanden, soms jaren en aldoor concretere vormen aanneemt. De dood wordt steeds meer als een oplossing ervaren voor de obstakels waarmee iemand in zijn leven wordt geconfronteerd, voor het “lijden aan het leven”, voor het fysieke, psychische, mentale en emotionele lijden, voor de machteloosheid, het gevoel van onvermogen, het gevoel niets waard te zijn, niets te bieden te hebben, niet over het geestelijk en gevoelsmatig instrumentarium te beschikken om zich in het leven te handhaven. Soms betreft het ook een signaal naar de omgeving “jullie hebben mij in de steek gelaten”, of moet het worden opgevat als symptoom voor de angst voor de toekomst of als symptoom van een loodzware depressie die maar niet overgaat.
Mensen van alle leeftijden kunnen een doodswens hebben.
Bij jonge mensen ontstaat de wens vaak al vrij vroeg in hun leven als puber, jongvolwassene en lijkt de dood de uitweg voor alles waarmee men geconfronteerd wordt en waartegen men zich niet opgewassen voelt. Heel vaak is bij hen een doodswens niet een wens om echt dood/weg te zijn maar wordt de dood gevoeld als de enige uitweg/oplossing voor wat de jeugdige als een uitzichtloze situatie ervaart.
Bij oude mensen is de doodswens vaak een verlangen naar rust en verlossing uit een situatie die niet meer beter wordt. Verloren geliefden komen niet terug, er is niemand meer met wie je je verleden kan delen.
Hoe kunt u weten dat iemand een doodswens heeft?
Eigenlijk kunt u dat alleen maar weten als iemand door woorden of lichaamstaal die wens uitspreekt of als hij stappen zet waaruit het voornemen spreekt om uit het leven te stappen. Heel vaak echter loopt iemand met een doodswens rond zonder dat hij dat durft te laten merken.
Er zijn veel redenen waarom iemand niets wil laten merken, denkt u maar aan:
• Schaamte, “mensen zullen me een loser vinden als ik dat zeg”
• Bang om als aansteller opgevat te worden, iemand die aandacht wil trekken
• Bang om niet gehoord te worden of niet geloofd
• Bang om voor gek versleten te worden en naar de psychiater gestuurd of nog erger gedwongen opgenomen te worden
• Bang om andere mensen/geliefden te belasten of verdriet te doen
• Een gevoel van eenzaamheid “het zal niemand interesseren”
• Het gevoel “dit is zo persoonlijk, dat wil ik niet met iemand delen”
• Het gevoel “mij is zoveel pijn gedaan dat ik het niet aankan om die pijn te verwoorden”
Waar moet u op letten om de signalen te onderkennen die in de richting van een doodswens kunnen wijzen?
• Iemand spreekt erg nonchalant over de dood: “dood zijn is toch niet zo erg”
• Iemand is langere tijd meer teruggetrokken dan u gewend bent
• Iemand slaapt slecht
• Iemand heeft de neiging zich te isoleren, geen contact meer op te nemen/niet meer actief naar buiten te treden
• Iemand gaat heel erg opruimen, gaat zaken weggeven “hier neem jij dit maar, ik heb dit voor jou bedacht”
• Iemand treft voorbereidingen, regelt een testament, maakt lijstjes “is gemakkelijk voor anderen”
• Iemand krijgt veel enigszins onverklaarbare ongelukken, aanrijdingen, valpartijen met de fiets of van de trap, enz.
• Iemand heeft een geliefde verloren en lijkt zich in een gecompliceerd rouwproces te bevinden
• Iemand heeft door een somatische of psychiatrische diagnose de overtuiging gekregen dat zijn toekomst zonder perspectief is
• Iemand gaat op zoek naar anderen om zijn plaats in te nemen
Als dergelijk gedrag vertoond wordt, is dat gelukkig niet altijd een aanwijzing dat er een voornemen tot zelfdoding leeft: iemand kan ook behoefte hebben aan bezinning, vinden dat hij zijn zaken eens op orde moet brengen, onhandig zijn of een bril nodig hebben maar als u die gedragsverandering niet kan thuisbrengen, aarzel dan niet om door te vragen. Confronteer gerust met vragen als: “waar komt je behoefte aan bezinning vandaan?”, “waarom nu je zaken op orde willen brengen?”, “ben je roekelozer dan je voorheen was?”, “hoe verklaar je wat er met je aan de hand is?” enz.
Waarom is het belangrijk om over een doodswens in gesprek te komen?
Met een doodswens waar niet over gepraat kan of mag worden, gaat het als met alles wat iemand voor zichzelf moet houden, het onderwerp gaat een steeds grotere plaats innemen in zijn gedachten. Denkt u maar aan het bekende “je mag niet aan een witte beer denken” en opeens duikt er telkens een witte beer op in uw gedachten, ook al wilt u dat niet. Zo gaat dat ook met een doodswens als iemand vindt dat hij er niet over mag of kan praten: de doodswens beslaat een steeds grotere plaats in zijn gedachten totdat het bijna een obsessie wordt waarbij iemand aan niets anders meer kan denken. Dat is vaak heel beangstigend en kan tot een enorme eenzaamheid leiden, zelfs zo dat alleen al om die toestand van eenzaamheid een halt toe te roepen iemand kan besluiten zijn doodswens tot uitvoering te brengen.
Hoe komt u in gesprek over een doodswens?
Een belangrijke voorwaarde is dat u kunt verdragen dat iemand die u na staat tegen u zegt “ja ik denk er aldoor over mijzelf dood te maken”. Cruciaal is dat u dit niet veroordeelt, dat u het niet voelt als eigen falen of als een beschuldiging aan uw adres, dat u niet in paniek raakt. Vereist is dat u kunt accepteren dat iemand die wens heeft en dat uw eerste insteek niet is om bij iemand die doordrongen is van het gevoel dat het leven niets meer te bieden heeft, dat gevoel weg te ruimen. Alleen dan is er ruimte voor een werkelijk gesprek dat mogelijkerwijs voor iemand met een doodswens bevrijdend kan zijn. Om zo’n authentieke dialoog bevrijdend te laten zijn, komt het er vooral op aan dat u luistert naar het antwoord op vragen als:
• hoe ben je tot die gedachte gekomen?
• loop je er al lang mee rond?
• hoe voelt die gedachte?
• wat doet die gedachte met je?
• wat zou er volgens jou moeten gebeuren opdat die gedachte zich minder heftig opdringt?
• waar moet de dood een oplossing voor zijn?
• hoe concreet heb je je doodswens al voor jezelf gemaakt?
Richt u niet op een oplossing, richt u op begrijpen en proberen om naast iemand te staan. In vervolggesprekken kunt u zich iets meer richten op meedenken, maar vraag of dat op prijs gesteld wordt. Vertel wat het u doet om te horen hoe de ander worstelt. Dat kan er ook toe leiden dat u zegt “ik kan het niet aan om hier dieper met je op in te gaan, mag ik met je zoeken naar iemand waarmee je hierover beter kunt spreken”. U hoeft niet alles te kunnen. Dat u niet veroordeelt is essentieel.
Realiseert u zich dat de achtergronden van een doodswens veelzeggend kunnen zijn. Lijdt iemand aan het leven of is de doodswens een symptoom van bijvoorbeeld een depressie of de reactie op het krijgen van een diagnose waar men aan verbindt dat het leven niets meer waard is, bijvoorbeeld: multiple sclerose, schizofrenie, bipolaire stoornis, autisme? Dergelijke diagnoses kunnen als een doodsvonnis werken en het effect hebben dat iemand denkt dat een menswaardig leven niet voor hem is weggelegd. Ga in dat geval met iemand op zoek naar hulp of naar informatie die iemands beeld over de effecten van zijn diagnose kunnen bijstellen, onderzoek de mogelijkheden van therapie. Denk aan lotgenotenwebsites, patiëntenverenigingen, second opinion zowel bij lichamelijk als psychisch lijden.
Wees niet bang om concreet te zijn, om door te vragen, om echt te willen weten wat iemand beweegt. Vermijdt negatieve kwalificaties. Voorkom insinuaties. Slik woorden als ‘laf’ of ‘verman je’ of ‘het gaat wel over’ in. Ga niet dreigen “ik bel de huisarts, psychiater, je ouders”, daarmee ondermijnt u vertrouwen dat moet groeien. Weet bovendien dat iemand die bij zijn volle verstand is niet om reden van een doodswens tegen zijn zin opgenomen mag worden in de psychiatrie. Daartoe is bijvoorbeeld vereist dat iemand zich in een psychose bevindt. Iemand die last heeft van psychoses maar niet psychotisch is op het moment dat hij zijn doodswens te berde brengt, komt niet voor een gedwongen opname in aanmerking. Ook niet iemand die zwaar depressief is – tenzij het om een vorm van depressie gaat die de wilsbekwaamheid aantast en die een gedwongen opname noodzakelijk maakt.
Vaak denken mensen “als ik erover begin, breng ik de uitvoering dichterbij”. Het tegendeel is waar, u doorbreekt het geheim waardoor “de witte beer” mogelijk zijn nagels intrekt.
Het is echter ook niet altijd zo dat goede gesprekken een doodswens wegnemen, u moet tijd en geduld hebben.
En mogelijkerwijs blijft ondanks al uw betrokkenheid een doodswens bestaan maar u heeft dan wel bereikt dat iemand tenminste niet meer alleen in zijn worsteling is. Wat u alsdan moet aanvaarden is dat u weliswaar erg uw best hebt gedaan om met iemand met een doodswens in contact te blijven maar dat iemand uiteindelijk toch zijn eigen weg gaat. Dan bent u degene die steun nodig heeft en niet degene die gefaald heeft.
Wat resteert er als de doodswens iemands identiteit geworden is?
Dan komt het er op aan iemand de kwelling van het vooruitzicht op een gruwelijke zelfdoding te ontnemen. Zo’n gruwelijke zelfdoding is niet nodig. Leidt het ertoe dat iemand wiens doodswens zijn identiteit geworden is, zich terdege laat informeren over hoe hij vredig kan inslapen. Die wetenschap alleen al kan volstaan om iemand met leven door te laten gaan.
Literatuur
Als u meer wilt lezen over hoe omgaan met de doodswens van iemand in uw omgeving kunt u de volgende websites en boeken raadplegen:
https://www.113.nl/ik-maak-me-zorgen-om-iemand-anders
https://www.zelfmoord1813.be/ik-ben-bezorgd-om-iemand/hoe-kan-je-anderen-helpen
https://www.lentis.nl/direct-hulp/zelfmoord-preventie/ken-je-iemand-die-aan-zelfmoord-denkt/
http://www.depressiesteunpunt.com/html/suicide.html#tekst2
https://euthanasieindepsychiatrie.nl voor ouders die een kind hebben verloren door zelfdoding
https://www.toenwashetstil.nl/ voor nabestaanden na zelfdoding
https://www.mynd.nu/de-originele-wereld-van-een-autist-en-zo-begrijp-je-hoe-je-ermee-omgaat/
https://www.plusminus.nl voor mensen met een bipolaire stoornis
René Diekstra, Leven is loslaten, Over een dood met een grote toekomst, 2018
Ad Kerkhof en Bregje van Spijker, Piekeren over zelfdoding, 2012
Jeannet Croonen en Carine de Vries, De strijd voorbij, Euthanasie in de psychiatrie, 2010
Claartje Kruijff, Leegte achter de dingen, Mijn zoektocht naar een betekenisvol leven, 2018
Alice Miller, Het drama van het begaafde kind, Op zoek naar het ware zelf, 2009
Jan Mokkenstorm, hoop doet leven, 2013
Als u meer wilt lezen over hoe een humane dood in eigen regie te verwezenlijken, lees dan:
Philip Nitschke en Fiona Stewart, De vredige pil, 2018
Boudewijn Chabot, Uitweg, 2019