Oproep van een zelfmoordenaar

Een 76-jarige gepensioneerd psychiater/psychotherapeut tevens voormalig IGZ-Inspecteur legt getuigenis af van zijn 25-jarige martelgang als bipolaire patiënt met frequente suïcidale perioden. Zijn dood zoeken in ophanging vond hij voor zijn talrijke vrienden en vriendinnen te confronterend en te veel een persoonlijke afgang. Zo bestond hij niet in hun ogen en zo wilde hij ook niet herinnerd worden.

 

Manifest van een psychiatrisch gediagnosticeerde zelfmoordenaar

Voortraject

Op 23 maart 2019 heb ik aan Stichting De Einder als volgt geschreven:

Beste mensen,

Ik heb aan een vrouwelijke collega en vriendin die als arts in de Levenseindekliniek werkt, de vraag gesteld welke weg de beste is om aan zelfeuthanasiemiddelen te komen en zij heeft mij op het bestaan van jullie stichting gewezen.

Het kluisje van de CLW heb ik in huis, maar het is de vraag op welke termijn een middel of het zogenaamde geheime Middel X beschikbaar komt.
Ik ben als (gepensioneerd) psychiater tegen de volledig ongecontroleerde beschikbaarheid van euthanatica, d.w.z. ik ben tegen vrije toegang tot zelfdodingsmiddelen zonder inschakeling van deskundige consulenten.
Er moet m.i. altijd een deskundige consulent betrokken zijn bij het verstrekken van informatie om in het bezit van zelfdodingsmiddelen te kunnen komen.
Daarom ben ik het dus, hoewel lid van CLW, eens met de ingreep van de overheid om de uitdeling van Middel X te blokkeren.
Als psychiater in opleiding heb ik op de EHBO van een academisch ziekenhuis teveel patiënten met een zelfdodingspoging gezien die na een nacht opname de volgende dag weer naar huis konden vertrekken, al dan niet met psychiatrische nazorg.
Eenvoudige vrije verkrijgbaarheid kan leiden tot een behoorlijk aantal impulssuïcides.
Nu kost het gelukkig moeite om aan een dodelijk middel te komen.

De reden dat ik uiteindelijk de stap zet om jullie te benaderen is het zoveelste recidief van mijn depressie met suïcidaliteit sinds 25 jaar, in het kader van een genetische bipolaire stoornis.
De huidige depressie is vrij snel ontstaan na een ECT behandeling met 20 shocks eind 2017.
Ik heb de stap naar mijn psychiater voor herhaling van ECT uitgesteld – met als gevolg een vreselijke periode tot aan nu – omdat de ECT enorme geheugenschade heeft opgeleverd, zodat ik mijn hobby’s niet goed meer kan oppakken.
Binnenkort ga ik wel weer naar mijn psychiater, maar ik heb besloten tot een tweesporenbeleid, d.w.z. ik neem nu ook daadwerkelijke stappen richting zelfdoding.

Vrienden die mijn lange lijdensweg kennen en over invoelingsvermogen beschikken (vooral als ze zelf een ernstige depressie of een andere ingrijpende psychiatrische stoornis hebben doorgemaakt) steunen mij in deze stap en wensen mij toe dat (tezijnertijd) aan mijn ellende een einde komt. Die ellende is volgens mij, naast de nu onbehandelbaar gebleken depressie, tevens te wijten aan een altijd al bestaande basic mistrust die verergerd is door het beëindigen van mijn laatste relatie in 1989 met een vriend die veel voor mij betekend heeft.

Basic mistrust is mijn manier van zeggen voor wat mij ontbreekt. De term slaat op het tegenovergestelde van basic trust, een term die is ingevoerd door de psychoanalyticus H. Erikson (1902-1994). Basic trust staat voor “basisvertrouwen”, “oervertrouwen”of “basaal vertrouwen”. Basic trust blijkt in de psychoanalytische literatuur bekend te zijn, zie Harry Stroeken, Nieuw Psychoanalytisch Woordenboek, 2000: “Als dit basisvertrouwen ontbreekt of tekortschiet, uit zich dat in de volgende verschijnselen: Het niet voelen van vaste grond onder de voeten, zij zijn als een emmer zonder bodem. Wantrouwen uit angst beheerst hen”.

Dat die basic mistrust mij nu zo’n parten speelt, houdt er vermoedelijk mee verband dat naarmate mijn hersenen ouder worden, ik minder in staat ben om aan dat gevoel van basic mistrust dat gedurende mijn hele leven aanwezig is geweest, weerstand te bieden.

Ik vergelijk mijn huidige toestand met mensen die achter elkaar aardbevingen meemaken. Ben je opgekrabbeld en dan stort het kaartenhuis weer in elkaar en dan weer opkrabbelen…. Op een bepaald moment is de rek eruit. Zo stoppen mensen ook bij de zoveelste chemo, het is genoeg geweest, dan maar dood. Voor mijn basic mistrust is er trouwens überhaupt geen haalbare therapie voorhanden (althans er is wel therapie beschikbaar om basisvertrouwen op te bouwen maar dat vergt een intensieve langdurige behandeling en daar staat mijn leeftijd en het gemis van veerkracht aan in de weg terwijl bovendien het litteken toch niet kan worden weggepoetst). Dus spelen alsmaar dezelfde doodsgedachten door mijn hoofd.

Sinds in 1989 een eind kwam aan de relatie met mijn vriend ben ik alleenstaand en dat kan ik eigenlijk niet verdragen. Er kwamen vanaf dan ook voortdurend verlieservaringen bij. Zo heb ik ten gevolge van mijn bipolaire stoornis in 1994 mijn werk moeten opgeven en werd ik met diverse sterfgevallen binnen de familie en in mijn (boezem)vriendenkring geconfronteerd.

Voor de duidelijkheid: ik heb totdat mijn laatste relatie op de klippen liep altijd samengewoond.
Het vinden van een partner is voor mij nooit een probleem geweest, ik ben behoorlijk sociaal, maar met diverse somatische handicaps gaat dat nu niet meer zo gemakkelijk, zeker als je vaak ernstig depressief bent.
Het alleen zijn is gezien mijn preverbale problematiek (= basic mistrust) heel erg moeilijk te verdragen. Dat merkte ik al op jonge leeftijd: als een relatie was verbroken, dan voelde ik mij super ellendig door het alleen zijn en schaamde mij er zelfs voor. Goede vriendschappen lenigen mijn existentiële eenzaamheid niet of nauwelijks. En dan wordt het leven steeds vaker en heftiger een hel, leidend tot frequente suïcidale gedachten en verder wil ik niet speculeren.

Feit is dat koestering, onvoorwaardelijke acceptatie en liefdevol begrip niet te koop zijn en een psychiatrische behandeling – of wat voor andere aanpak ook die deze drie ingrediënten mist – kan aan deze lacune niets verhelpen.

De “hel” is er overigens beslist niet constant, integendeel, maar het vooruitzicht dat een goede periode weer gevolgd zal worden door een slechte is voor mij niet meer te verdragen.

Ik voel mij inmiddels totaal gesloopt en zie gezien mijn leeftijd (geboortedatum 4 mei 1943) en als incel (involuntary celibate ten gevolge van impotentie) geen toekomstperspectief meer.
Vanaf medio 2015 heb ik een korte periode gekend dat ik in orde was, maar dat was het gevolg van een hypomanie.
De valkuil van mijn depressie is dat het een zogenaamde atypische depressie is met “mood reactivity”.
Als ik suïcidaal opsta – en met ontzettend veel moeite gedoucht heb omdat ik bezoek krijg of beloofd heb om op bezoek te gaan – klaar ik op tijdens het contact met anderen.
Men merkt dan vrijwel niets van mijn depressie en ik voel mijzelf dan ook vrijwel normaal.
Als ik vervolgens alleen ben, gaat het daarna vrij snel weer hopeloos mis.
Zo had ik bijvoorbeeld gisteren, 22 maart 2019, het maandelijkse uitstapje met mijn “museumvriend”. Ik kwam “goed” thuis en had op straat nog even een leuk contact met mijn buren. Vervolgens naar interessante TV-programma’s gekeken, waarbij ook mood reactivity plaatsgevonden heeft. En dan trap ik daar na 25 jaar nog steeds in: “Wellicht maak ik nu weer een spontaan herstel mee” (Dat is in het verleden een paar keer gebeurd. Ik heb ook jarenlange perioden gekend dat ik vrij goed was zelfs zonder medicatie. Sinds het recidief dat in 2015 begon, blijk ik antidepressiva niet meer te verdragen en vandaar de ECT eind 2017).
In weerwil van alle mood reactivity van gisteren was het vanochtend, 23 maart 2019, bij het wakker worden dus weer totaal mis: Zo wil en kan ik niet verder leven. Vandaar deze email.

Ik heb al praktische maatregelen genomen in verband met mijn overlijden.
Om mijn erfgename te ontlasten met de afwikkeling van de nalatenschap heb ik bureau Cretio ingeschakeld.Met dit bureau heb ik zeer goede ervaringen opgedaan toen een ongehuwde zus van mij overleed in 2011.

Ik heb U een globaal overzicht gegeven om de consulent waarmee ik graag wil spreken van tevoren reeds een beeld te geven van wat er speelt.
Ik ben bij mijn beste weten donateur van De Einder, maar lees weinig informatie, ook niet van NVVE en CWL.
Ik heb daar geen zin in en moet zuinig omgaan met mijn beperkte energie.

Tijdens mijn werkzame periode als psychiater en Inspecteur IGZ ben ik vaak betrokken geweest bij euthanasiekwesties.
Heb zelf in 1978 aan mijn eigen vader – in het geheim natuurlijk vanwege de toenmalige strafbaarheid – euthanasie verleend.
Dat had ik hem plechtig beloofd en ik ben blij dat ik dit voor hem heb kunnen doen.
Dus (zelf)euthanasie is geen onbekend terrein voor mij.

Vriendelijke groeten,

Huib van Oosterom

Verstuurd vanaf mijn iPad

Traject

Toen ik enkele dagen na het verzenden van bovenstaande email aan De Einder een consult bij mijn psychiater had, ben ik door iemand van De Einder gebeld met wie ik na afloop van het psychiatrisch consult uitgebreid telefonisch contact heb gehad. Mijn psychiater heb ik, gezien de combinatie van de nu therapieresistente depressie en de basic mistrust, van mijn voornemen om uit het leven te stappen op de hoogte gesteld. Hij begreep dit en verzette zich niet tegen mijn stappen richting zelfeuthanasie. Hij gaf te kennen dat behandeling van een gestoorde basic trust zeer moeilijk is en op mijn leeftijd niet meer mogelijk.

Wel heeft hij nog een poging ondernomen om mij op het spoor te zetten van de officiële euthanasieroute via de huisarts. Maar dat traject is uitgesloten. Mijn huisarts is moslima en de Levenseindekliniek heeft lange wachttijden. In de staat van hopeloosheid, uitzichtloosheid, verlatenheid en ongeborgenheid waarin ik mij al zolang bevind, kan ik al die protocollen die zullen moeten worden doorlopen indien ik voor de officiële route kies – en vooral de onzekere uitkomst daarvan – niet aan.

Met een consulent van De Einder heb ik kort na het bezoek aan mijn psychiater een langdurig tête à tête gesprek gevoerd en ben ik de daaropvolgende twee maanden in veelvuldig telefonisch en schriftelijk contact geweest. Zo werd mij duidelijk welk traject te bewandelen om in het bezit te komen van het middel dat artsen gebruiken voor hulp bij zelfdoding.

In het tête à tête gesprek heb ik verteld over mijn ervaringen in de reguliere therapie waar voor de menselijke tragiek vaak te weinig oog is en waarin over het algemeen veel te technisch, instrumenteel en met afvinklijstje wordt gewerkt. In mijn visie kan het geen kwaad om de dieptepsychologie in ere te herstellen bij de diverse opleidingen en mag naar mijn smaak het gespeculeer over neurotransmitters, beeldvormende technieken etc. meer naar de achtergrond verdwijnen ten faveure van echt doorleefde aandacht voor de mens als persoon. De Einder consulent was aangenaam verrast dat mijn huidige psychiater humaner en empathischer blijkt dan zijn voorgangers die, door hun gebrek aan invoelingsvermogen, het patiënten zoals ik zo moeilijk maken.

Het was een grote opluchting toen eindelijk de postbode de dodelijke middelen bezorgde. Één van de twee flesjes bleek gebroken te zijn waardoor ik niet meer over de benodigde hoeveelheid beschikte zodat ik een nabestelling moest plaatsen. In afwachting daarvan heb ik mij in steeds verdergaande onthechting op mijn einde voorbereid.

Dat traject en hoe ik ben gaan onthechten, ontlokken mij de volgende beschouwingen:

Sinds ik de benodigde medicijnen besteld heb, is een ongekende rust over mij heen gekomen. Dat neemt niet weg dat ik ook talloze momenten van ambivalentie ken.

Het is een bizarre situatie: mijn dood voorbereiden terwijl ik vaak nog wil blijven leven, hoe moeilijk en vaak onleefbaar het meestal ook moge zijn.

Om rust te krijgen wil ik alles duidelijk en correct geregeld hebben, anders blijf ik malen.
Daarom probeer ik met regelmaat zo goed mogelijk in het vizier te krijgen wat er met mij aan de hand is. De toenemende duidelijkheid draagt bij aan rust, maar twijfel is nooit definitief weg te nemen en manifesteert zich voortdurend.

Toen ik op 27 maart 2019 een bijeenkomst van de Remonstrantse Gemeente Rotterdam bijwoonde, werd de Bezinningsbrief Voltooid Leven van De Remonstrantse Broederschap behandeld die terug te vinden is op hun website www.remonstranten.nl. Door die brief heb ik veel begrip gekregen voor mensen die hun leven op somatische of psychische gronden als voltooid beschouwen en over de zogenaamde pil van Drion willen beschikken.

Op 31 maart 2019 ben ik met de vriend die mij tot het laatst gaat bijstaan naar de plaats gereden waar ik mijn jeugd heb doorgebracht. S’ Avonds schreef hij mij een mail waardoor ik mij in de kern begrepen voelde. Ik citeer wat hij nagenoeg “waardenvrij” constateerde: “Het strijdvaardige is er niet meer bij door je leeftijd, lichamelijke kwalen en nog zoveel meer. Ik zie jou al vanaf eind jaren 90 strijden, hoop putten uit, medicaties proberen, vallen en weer opstaan. Op een gegeven moment is de koek op. Bijzonder aan jou is dat je het al zo lang volhoudt. Nooit klagen. Accepteren van je lot op eredivisie niveau. Echt heel veel respect voor”.

Aan De Einder schreef ik op 4 april 2019 zelf als volgt: “Het is geweldig om door jullie te woord gestaan te worden met optimale empathie en deskundigheid. Dat de grote impact van vroege stoornissen bij het ouder worden (verlieservaringen met name), die aan sommige van mijn vrienden niet is uit te leggen, werd herkend en bevestigd, was een grote verademing voor mij. Ik ga daar niet in zwelgen, nooit gedaan, maar het is momenteel een nog serieuzer onderdeel van mijn afwegingen inzake de toekomst. Nu volgt een fase van praktische handelingen en daarna freewheelen”.

Aan “freewheelen” was ik toe, zo leid ik af uit de mails die ik na ontvangst van de eerste zending medicijnen ben gaan versturen. Met freewheelen bedoel ik dat ik mij niet meer beter en sterker voor wil doen dan ik ben. Altijd heb ik afgezien van klagen en zelden heb ik het achterste van mijn tong laten zien, maar mij blijven inhouden over de wanhoop waaraan ik al zolang ten prooi ben, doe ik niet meer. Zo heb ik op 16 april 2019 een stevig besluit genomen toen ik als volgt aan een boezemvriend mailde: “Ik ga voortaan niemand meer sparen over hoe de vork in de steel zit. Ben nu ook niet meer van plan het innemen nog erg lang uit te stellen, want ik ben totaal uitgeput, afgepeigerd en levensmoe, maar dat kan veranderen”.

Ondanks dat ik grote behoefte aan onthechting ben gaan voelen, meen ik desalniettemin dat het mijn plicht is om voor mijn beroepsgroep een manifest ten behoeve van lotgenoten achter te laten. De Einder kwam eind april 2019 met het voorstel een interview aan een redacteur van het Humanistisch Verbond te geven. Ik ben daarop ingegaan maar moest al bij de voorbereiding daarvan constateren dat mijn accu te leeg was om dat aan te kunnen.

Nadat ik kort voor mijn overlijden tegenover vrienden de wens heb uitgesproken dat euthanasie langs reguliere weg binnen mijn beroepsgroep meer bespreekbaar gemaakt zou moeten worden, heb ik aan De Einder vrij spel verleend om op de wijze die zij het meest geschikt achten, aandacht voor het onderhavig Manifest te vragen.

De afgelopen weken heb ik mijn dagboeken vernietigd, mijn mails gewist, afscheidsbrieven aan bekenden geschreven, vrienden opgezocht en mee uit eten genomen, vrienden ontvangen en een keuze laten maken uit mijn boekenverzameling, en verder zo ongeveer alle mogelijke zaken die vóór mijn overlijden kunnen worden geregeld, zo veel als haalbaar was afgehandeld.

Op 8 mei 2019 heeft een vriendin mij naar mijn geboortedorp gereden. Dat ik onthecht ben moge blijken uit het feit dat ik van mijn wortels afscheid genomen heb en daar rustig onder bleef en kon genieten van het uitzicht en herinneringen. Mijn favoriete restaurant aldaar was helaas gesloten, maar ik heb de eigenaar (die ik goed ken) nog even op het parkeerterrein kunnen groeten. Mijn vriendin was emotioneel en huilde, maar ik niet. Zij noemde mij sereen. We zijn vervolgens naar een ander favoriet restaurant aan een plas met een schitterend uitzicht gereden. Heb herinneringen opgehaald aan de vele conversaties die ik daar op het terras in gezelschap van vrienden heb gevoerd en aan de jarenlange wekelijkse wandelingen (toen ik dat nog kon) met een goede (ook bipolaire) vriend in het aanpalend natuurgebied.

Ik heb zeker vrede met mijn besluit en ervaar berusting en onthechting.

Het plannen van afscheidsbezoeken heb ik achter de rug, alle beschikbare data zijn vergeven.
Blij dat deze klus geklaard is; geeft rust. Vrijwel alles is nu geregeld.

De laatste afscheidsbezoeken vonden deze week plaats. Op zondag 19 mei 2019 ga ik inslapen.

Ik ben een geprivilegieerd mens dat ik de kanalen heb weten te vinden waarlangs ik mijn wens om vreedzaam te sterven kan verwezenlijken.
Hoe erg moet het zijn gesteld met mensen die niet het gereedschappenkistje bezitten noch de financiële middelen hebben om toegang te verkrijgen tot medicijnen die een vreedzame dood bewerkstelligen.
Wat heb ik te doen met al diegenen die hun toevlucht moeten nemen tot voor henzelf gruwelijke en voor anderen traumatiserende zelfdodingen – met daarbij steeds het risico en de daarmee gepaard gaande angst dat zij na hun zelfmoordpoging nog slechter af zijn dan voorheen.
Hoe bevoorrecht ben ik dat ik mij over enkele dagen van een bevrijdende eeuwige slaap verzekerd weet. En dat ik daarin door mijn talloze vrienden en vriendinnen wordt gesteund. Dat ik van deze wereld afscheid kan nemen in aanwezigheid van een boezemvriend die jarenlang mijn steun en toeverlaat is geweest en die belangeloos voor mij het hele natraject netjes gaat afhandelen zodat ik mij ook daarover geen zorgen hoef te maken.

De boodschap die ik voor mijn beroepsgroep wil achterlaten, houd ik beknopt:

OMDAT DE PSYCHIATRIE GEEN ROCKET SCIENCE IS, DURVEN PSYCHIATERS BIJNA NIET TOT EUTHANASIE OVER TE GAAN, OMDAT ENERZIJDS “UITBEHANDELING” NIET OBJECTIEF IS VAST TE STELLEN EN ANDERZIJDS VOOR IEMAND DIE ZELF NIET PSYCHIATRISCH ZIEK IS (GEWEEST) HET – EXTREME – PSYCHISCHE LIJDEN VAN EEN ERNSTIG ZIEKE PSYCHIATRISCHE PATIËNT VRIJWEL NIET IS TE BEVATTEN OF IN TE VOELEN.
TOT IN HET UITERSTE DOORGEVOERDE ZELFDODINGSPREVENTIE IS MISDADIG.
EEN PSYCHIATRISCHE PATIËNT ZONDER TOEKOMSTPERSPECTIEF DIE UIT HET LEVEN WIL STAPPEN HULP BIJ ZELFDODING VERLENEN, IS GEEN MOORD MAAR “ANTI-MOORD” – WANT WAT JE DOET IS NIET IEMAND VERMOORDEN MAAR IEMAND BEVRIJDEN. MOORDEND IS HET OM EEN PSYCHIATRISCHE PATIËNT TE FORCEREN OM DOOR TE LEVEN ALTHANS HEM DE MIDDELEN TE ONTHOUDEN OM ZACHT EN PIJNLOOS OP WAARDIGE WIJZE IN TE SLAPEN.

Het is mijn wens dat het onderhavig Manifest aan mijn beroepsgroep kenbaar wordt gemaakt opdat het besef doordringt dat een psychiatrische patiënt niet tot het onmenselijke mag worden gedwongen. En onmenselijk is: vergen dat iemand met een lege batterij toch staande blijft.

Huib van Oosterom
4 mei 1943 – 19 mei 2019

Natraject

Huib heeft op zondag 19 mei 2019 de laatste grapjes met zijn boezemvriend gewisseld en vervolgens in diens aanwezigheid het dodelijke drankje opgedronken. Na twee minuten was hij in een diepe slaap verwikkeld. Een uur later heeft de vriend de huisartsenpost van Huib’s overlijden op de hoogte gesteld. Twee politieagenten waren snel ter plekke. Aan hen heeft de ooggetuige de informatie verstrekt waarom zij vroegen. Vervolgens heeft ook de recherche zich gemeld. Kort daarna werd een onnatuurlijke dood vastgesteld zonder dat er sprake was van het vermoeden van een misdrijf. Daarop kon de ooggetuige huiswaarts keren.